Mensen met veel vrienden hebben een hogere pijngrens
Pijn? Dan ben je wellicht beter af met een grote vriendenkring dan met morfine, zo suggereert nieuw onderzoek.
De onderzoekers verzamelden een aantal proefpersonen en vroegen ze naar hun levensstijl en persoonlijkheid. Ook moesten de proefpersonen een vragenlijst invullen over hun twee belangrijkste sociale kringen (dat wil zeggen: mensen waarmee ze respectievelijk minstens één keer per week en minstens één keer per maand contact hadden).
Experiment
Vervolgens volgde er een experiment. De proefpersonen moesten met een rechte rug tegen een muur gaan zitten, terwijl hun knieën een hoek van negentig graden maakten (zie de afbeelding hiernaast). De proefpersonen werd gevraagd deze houding zo lang mogelijk vast te houden en het ongemak (en uiteindelijk de pijn) die deze met zich meebracht, te verdragen.
Groter netwerk
Uit het onderzoek blijkt dat de mensen die deze houding langer vast konden houden, doorgaans ook grotere sociale netwerken hadden. Zelfs wanneer de onderzoekers rekening hielden met de verschillende condities van mensen bleef dit verband overeind.
Endorfine
Het idee dat er een verband zou kunnen zijn tussen pijngrens en de omvang van je sociale kringen, lijkt misschien wat vergezocht. Maar dat is het niet. In ons brein zijn verschillende chemische stofjes te vinden. Eén van die stofjes is endorfine. Het doet dienst als een natuurlijke pijnstiller en geeft ons bovendien een goed gevoel. “Eerdere onderzoeken suggereerden dat endorfine binding tussen mensen en andere dieren promoot,” vertelt onderzoeker Katerina Johnson. “Eén theorie stelt dat sociale interacties positieve emoties met zich meebrengen doordat endorfine zich bindt aan opioïde-receptoren in het brein. Daardoor geeft het zien van onze vrienden ons zo’n goed gevoel.” Maar klopt deze theorie? Dat achterhaalden de onderzoekers met het eerder beschreven experiment. “Om deze theorie te testen, vertrouwden we op het feit dat endorfine een krachtige pijnstiller is: nog krachtiger dan morfine.” Als de theorie zou kloppen, zouden mensen met een groter sociaal netwerk een hogere pijngrens hebben.
En dat blijkt dus ook inderdaad het geval te zijn. “Deze resultaten zijn ook interessant, omdat recent onderzoek suggereert dat het endorfine-systeem bij psychologische aandoeningen, zoals een depressie, verstoord raakt,” stelt Johnson. “Dat kan wellicht deels verklaren waarom depressieve mensen vaak weinig plezier hebben en een teruggetrokken bestaan leiden.”
Stress en sporten
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat fitte mensen doorgaans kleinere sociale netwerken hebben. “Het is wellicht simpelweg een kwestie van tijd: individuen die meer sporten, hebben minder tijd om hun vrienden te zien. Maar er kan een nog interessantere verklaring zijn: aangezien zowel lichamelijke als sociale activiteiten leiden tot het vrijkomen van endorfine, is het wellicht zo dat sommige mensen sporten in plaats van socialiseren om hun endorfine-rush te krijgen.”
Ook blijken gestreste mensen kleinere sociale netwerken te hebben. Dat kan er volgens Johnson op wijzen dat grotere sociale netwerken mensen helpen om beter om te gaan met stress. Het is echter ook mogelijk dat de stress ervoor zorgt dat mensen minder tijd hebben voor hun vrienden.
“Onderzoeken suggereren dat de kwantiteit en kwaliteit van onze sociale relaties van invloed zijn op onze fysieke en mentale gezondheid en zelfs mede bepalen hoelang we leven. Daarom is het belangrijk om te begrijpen waarom de omvang van sociale netwerken verschilt en de mogelijke neurobiologische mechanismen die hierbij een rol spelen, te achterhalen. Wij zijn als soort geëvolueerd om te gedijen in een rijke sociale omgeving, maar in dit digitale tijdperk kunnen tekorten in onze sociale interacties wel eens één van de factoren zijn die bijdragen aan de stagnerende gezondheid van onze moderne samenleving.”