Homeopathie: Zo gek nog niet...
De schandalige wijze waarop een Nederlandse minister meent te moeten uithalen naar erudiete mensen, zoals apothekers, huisartsen en wetenschappelijke medici, die hun medemensen willen helpen genezen met natuurlijke geneesmiddelen zoals homeopathie, heeft ons doen besluiten het onderstaande artikel te plaatsen.
Het is een verslag van een homeopathisch congres uit 2010, dat in Amsterdam werd georganiseerd, en waar wetenschappelijk-medische toppers verslag deden over de concrete toepassingen, bewijzen en ontwikkelingen in de homeopathische geneeskunst.
Zie het plaatsen van dit artikel als het opnemen van de handschoen die onze ‘mevrouw-de-minister’ aanbood, door haar ongenuanceerde uitspraken (HIER) En zie het als verdere onderbouwing van ‘de cases tégen de homeopathie-antipatie’.. Wij zien het liever -dit artikel dus- als een strelende hand aan het aders van al die mensen die met hart en ziel blijven ijveren voor een ‘open-mind’ naar de geneeskunst die homeopathie heeft.
Een strelende hand aan al die dappere mensen, die bijvoorbeeld huisarts, apotheek of medisch specialist zijn geworden, JUIST om hun medemens te helpen zonder chemische rommel. Op een natuurlijke wijze, die daarbij ook nog eens veel goedkoper is dan de chemisch-gefabriekte petroleum-gebaseerde medicijnen, die Big Pharma ons het liefst in zo hoog mogelijke doses in de keel duwt…
Een artikel dat aantoont dat er WEL DEGELIJK sprake is van BEWEZEN GENEESKUNST, hoe hard de trollen hier op de site bijvoorbeeld ook schreeuwen dat het ‘nog nooit’ bewezen is.. Mensen wier starheid kennelijk tekenend is voor de hardvochtigheid waarmee zij hun medemensen behandelen en zich het wetenschappelijk denkraam zouden willen toeëigenen..!
Wanneer je mensen kent, die hun bedenkingen hebben bij homeopathie, of mensen die juist baat zouden kunnen hebben bij homeopathie, doordat ze bijvoorbeeld geen chemische medicijnen meer willen en/of kunnen verdragen, stuur dit artikel dan eens aan hen door. En ook naar vrienden, familie en/of collega’s, om hén te tonen dat deze waardevolle geneesKUNST wel degelijk een perfect alternatief is voor de petro-chemische-geneeskunde, waar we langzaam maar zeker verstikt in dreigen te raken.. Veel leesplezier!
x
* * *
x
x
Homeopathie:
x Dáár zit wat in…!
x
Principes, wetenschappelijke onderbouwing en de praktische toepassing van homeopathie en de gevolgen voor (huis)arts, ziektekostenverzekeraar en overheid. Lezingen die werden gehouden op het congres van de Stichting Homeopathie, op 10 juni in Amsterdam.
INLEIDING Tijdens deze dag is de basis van de homeopathie (het similiaprincipe) en de bereiding van de geneesmiddelen (het zogenaamde ‘potentiëren’) uitgelegd en werd er veel aandacht besteed aan de wetenschappelijke onderbouwing, niet alleen vanuit de praktijk (effectonderzoek) maar ook vanuit de theorie (similiaprincipe) en fundamenteel onderzoek (zowel chemisch-fysisch als biologisch). Ten slotte werden de mogelijkheden besproken van homeopathie binnen de eerste lijn, de preventieve werking die daar van uitgaat en de mogelijke kostenbesparing.
Zoals u weet, is er een grote discrepantie tussen de grote maatschappelijke acceptatie van complementaire vormen van geneeskunde – waarvan homeopathie en acupunctuur het meest worden toegepast in Nederland – en de implementatie binnen de reguliere gezondheidszorg. Dit is in grote tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar zo’n veertig universiteitsklinieken ‘Integrative Medicine’ toepassen en onderzoeken.
Volgens prof. James Gordon, een van de adviseurs van president Obama en hoogleraar psychiatrie, zal de gezondheidszorg zich allereerst moeten richten op het stimuleren van het zelfgenezend vermogen, dan op ‘zachte methoden’ die dit proces ondersteunen (zoals acupunctuur en homeopathie) en pas als het nodig is dwingend moeten ingrijpen via reguliere geneesmiddelen en chirurgie. Hiermee worden volgens hem niet alleen de autonomie en eigen verantwoordelijkheid van de mens versterkt maar zullen ook de kosten van de gezondheidszorg drastisch afnemen.
Het organiserend comité bestond uit:
- Gio Meijer, arts voor homeopathie
- Ton Nicolai, arts voor homeopathie en voorzitter European Committee of Homeopathy
- Frans Kusse, arts voor homeopathie en coördinator van de Homeopathie Stichting
x
SAMENVATTING Voorzitter van de European Committee for Homeopathy (ECH) Ton NIcolai liet zien hoeveel wetenschappelijke onderbouwing er is voor de werkzaamheid van homeopathische geneesmiddelen: er zijn onder de 142 RCT’s die gepubliceerd zijn in peer-reviewed tijdschriften veel meer studies met positieve dan met negatieve resultaten.
Vier meta-analyses komen tot de conclusie dat homeopathische geneesmiddelen significant beter werken dan placebo. Bovendien blijkt uit diverse onderzoeken dat de combinatie homeopathie en regulier goedkoper is dan alleen regulier (minder reguliere medicatie, minder doorverwijzingen, minder ziekteverzuim en minder dagen in het ziekenhuis).
Een vijfde meta-analyse, gepubliceerd in de Lancet in 2005, komt tot een andere conclusie (‘zwak bewijs’), echter op basis van een geheime selectie van 8 uit 110 onderzoeken. Arts en onderzoeker Lex Rutten en de Duitse onderzoeker R. Lüdtke komen op basis van de vier maanden later vrijgegeven gegevens tot de ontdekking dat deze conclusie is getrokken na verandering van kwaliteitscriteria en meerdere dubieuze selectiestappen. De kwaliteit van homeopathie-onderzoek is beter dan van regulier onderzoek, vooral bij kleinere trials en er is een sterk effect van homeopathie bij acute bovenste luchtweginfecties, zonder mogelijke vertekening door slechte kwaliteit.
Systematische reviews voor specifieke diagnoses tonen werkzaamheid aan van homeopathie bij diarree bij kinderen, postoperatieve ileus, hooikoorts, duizeligheid (vertigo), allergieën, bovenste luchtweginfecties en reumatische ziekten. Daarnaast tonen herhaalde RCTs effectiviteit aan bij fibromyalgie en sinusitis (holteontsteking).
Celbioloog dr. Fred Wiegant besprak de overeenkomst tussen het farmacologische fenomeen hormesis (een lage dosering van een stof werkt stimulerend en een hogere dosering remmend) en de similiaregel waarop de homeopathie is gebaseerd (het gelijkende wordt met het gelijkende genezen;, eerder beschreven door Hippocrates en Paracelsus). Samen met dr. Roel van Wijk ontdekte dr. Wiegant dat dit principe ook werkt op celniveau.
In verschillende lezingen, o.a. van ir. Cees Kamp, kwamen de afwijkende fysische eigenschappen van water ter sprake en het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied. Zo blijkt water veel onverwachte eigenschappen te hebben en hebben hoge verdunningen eigenschappen die meetbaar verschillen van ‘verdund water’ waarin geen werkzame stof aanwezig is geweest.
Huisarts Resie Moonen liet zien hoe homeopathie prachtig gecombineerd kan worden binnen de reguliere huisartspraktijk met inachtneming van de standaarden en hoe hiermee allerlei aandoeningen snel en effectief behandeld kunnen worden in de fase dat er volgens de NHG standaard het beleid afwachtend is..
Huisarts Wim Roukema bracht naar voren dat hij met de combinatie regulier en homeopathie de ziektekostenverzekeraar per jaar minstens 0,75 miljoen euro bespaart. Dat deze combinatie inderdaad goedkoper is, was ook de conclusie van een Nederlands onderzoek van drs. Erik Baars en prof. dr. P. Kooreman dat afgelopen week verscheen: huisartsen die ook homeopathisch werken, kosten gemiddeld 15% minder dan gemiddeld, door zowel minder medicijnen als minder ziekenhuisopnames, terwijl hun patiënten een hogere levensverwachting hebben (klik HIER voor de pdf van dit onderzoek/artikel).
Over de sprekers
Drs. Gio Meijer werkte als arts op de intensive care neonatologie en deed onderzoek voor het preventiefonds. Nu werkt zij als arts voor homeopathie.
Drs. Ton Nicolai was eerst huisarts en werd later arts voor homeopathie en voorzitter van de ‘European Committee for Homeopathy’, de Europese artsenorganisatie voor homeopathie. Hij was een van de auteurs van het rapport dat door de WHO is opgesteld over het wetenschappelijk onderzoek naar homeopathie.
Dr. Fred Wiegant is celbioloog en universitair docent. Deed o.a. onderzoek naar het ‘similia-principe’ (de basis van de homeopathie) op moleculair en cellulair niveau.
Ir. Cees Kamp als promovendus verbonden aan ‘Instituut Wetsus’, werkt binnen het thema ‘Applied Water Physics’ (onderzoek vitaliseren of energetiseren van water).
Drs. Lex Rutten begon ook als huisarts, leerde homeopathie toepassen binnen zijn praktijk en is nu arts voor homeopathie en onderzoeker.
Drs. Wim Roukema is huisarts en homeopathisch arts te Heerenveen.
Drs. Resie Moonen is huisarts en homeopathisch arts te Maastricht en Vroenhoven, net over de grens in België.
Drs. Alex Leupen arts voor homeopathie, coördinator van het ‘Post Academisch Curriculum Homeopathie’ (PACH) voor artsen, de huidige opleiding homeopathie voor artsen.
* * *
x
First things first:
Wat is homeopathische geneeskunde?
Gio Meijer
x
De homeopathische geneeskunde wordt gekenmerkt door het toepassen van het similiaprincipe en het speciale bereidingsproces, het potentiëren. Het similiaprincipe luidt: het gelijkende wordt door het gelijkende genezen oftewel ‘Similia similibus curentur’. Deze regel werd als zodanig al beschreven door ‘de vader van de geneeskunde’, Hippocrates van Kos (ca. 460-377 v.Chr.) en later door de middeleeuwse arts en chemicus Paracelsus (1493/1494-1541).
Samuel Hahnemann (1755-1843) heeft deze geneesmethode toegankelijk gemaakt voor ons. Hij was een bijzonder mens en een consciëntieus wetenschapper. Naast geneeskunde had hij ook scheikunde gestudeerd; hij beheerste daarnaast maar liefst acht verschillende talen en omdat hij niet tevreden was met de wijze waarop geneeskunde in die tijd bedreven werd, verdiende hij na het behalen van zijn artsexamen zijn geld als bibliothecaris en vertaler.
Zo was Hahnemann in staat de belangrijkste geneeskundige werken uit zijn tijd en uit de geschiedenis te bestuderen, op zoek naar de best mogelijke behandelingsmethoden. Het was bekend dat kinine werkzaam was bij malaria en de Schotse farmacoloog Cullen beweerde in een leerboek dat de werkzaamheid te danken was aan de bittere smaak die de maag zou versterken. Hahnemann betwijfelde dat en nam zelf kinine in om het effect te observeren.
Hij ontwikkelde daarop een beeld dat paste bij malaria tertiana. Deze ervaring en zijn kennis van de medische literatuur brachten hem ertoe de similiaregel verder te bestuderen. In 1796 verscheen zijn eerste publicatie over dit onderwerp. Vanuit zijn scheikundige achtergrond kende hij alle 829 beschreven citaten van arsenicumvergiftigingen. Het was de kwaliteit van Hahnemann dat hij de gelijkenis herkende met het cholerabeeld: buikpijnklachten met waterdunne diaree, uitputting, uitdroging, koorts en angstige rusteloosheid. Bij de eerstvolgende cholera-epidemie was dit een van de geneesmiddelen die hij voorschreef – naast Cuprum (koper) en Veratrum album (wit nieskruid) – en verreweg de meesten van zijn patiënten bleven in leven, in tegenstelling tot de zieken die zich tot andere artsen hadden gewend. Zijn naam was gevestigd.
Wat is dat ‘similiaprincipe’ in de Homeopathie? Door voortdurende studie en observatie ontwikkelde hij op basis van deze similiaprincipe een vorm van geneeskunde die niet alleen heel effectief bleek te zijn bij acute ziekten zoals cholera maar ook bij tal van chronische aandoeningen. De essentie van de homeopathie is het vinden van het geneesmiddel dat in staat is het zelfgenezende vermogen van de patiënt optimaal te stimuleren. Het geneesmiddel moet daarom zo goed mogelijk passen bij de fysieke en psychische kenmerken van de betreffende patiënt. De reguliere diagnose is van belang voor de prognose en de afweging of er ook andere maatregelen (reguliere medicatie, chirurgie e.d.) moeten worden toegepast. Voor het stellen van de homeopathische diagnose, het vinden van het passende geneesmiddel, vormt deze diagnose een hulpmiddel maar is niet voldoende.
Similiaregel en reguliere geneeskunde Zonder dat deze regel expliciet wordt gebruikt, is de similiaregel wel terug te vinden binnen de reguliere farmacologie, zoals in de begrippen ‘hormesis’, waar een van de volgende artikelen over gaat, de zogenaamde paradoxale reacties op geneesmiddelen en het rebound effect. Een mooi voorbeeld hiervan is de werking van methylfenidaat, een wekamine dat bij de meeste mensen onrust opwekt, maar bij mensen met ADHD juist rustgevend werkt. Vaccinatie en desensibilisatie lijken heel veel op homeopathie: ook daarbij wordt gebruik gemaakt van het herstelvermogen van het lichaam door stimulatie met kleine doses van een stof. In de dagelijkse praktijk kennen we voorbeelden van het similiaprincipe.
Het potentiëren Het tweede kenmerk van de homeopathische geneeskunde is de bereiding van de geneesmiddelen. Wij noemen dat potentiëren; dit is een behandelwijze waarbij de oorspronkelijke stof verdund wordt, terwijl de oplossing ondertussen geschud wordt. Dr. Hahnemann heeft dit ontwikkeld om het toxische effect van de stof te elimineren.
Om u even in herinnering te brengen: hij gaf arsenicum aan kwetsbare zieke en uitgedroogde mensen met cholera. Overdosering zou fataal zijn. Om die reden maakte hij een verdunning, terwijl hij de oplossing krachtig schudde. De observatie van Hahnemann en vele homeopathische artsen na hem, was dat een hogere potentie een langer en dieper effect gaf. Zelf verklaarde hij deze werking als volgt: door dit potentiëringsproces neemt de chemische, giftige werking af, maar wordt het zelfgenezend vermogen des te meer gestimuleerd.
Zoals uit recente onderzoeken is gebleken, bevat een hoge potentie, ook boven het getal van Avogadro, nog steeds informatie die door specifieke meetmethoden kan worden waargenomen. Water, het oplosmiddel bij uitstek, speelt hierbij een belangrijke rol, zoals u in de volgende artikelen zult vernemen. Potentierën wordt gedaan in stappen. Bij een D-potentie (decimale potentie) gebeurt dit in stappen van 1 op 10 en bij een C-potentie (centicemale potentie) in stappen van 1 op 100. Later ontwikkelde Hahnemann de LM-potentie (1 op 50.000) waarmee hij probeerde zo mild en tegelijkertijd sterk mogelijk het zelfgenezend vermogen te stimuleren.
Visie De homeopathische visie op ziekte is dat er bij ziekte sprake is van een verstoring van de het natuurlijke evenwicht. Door de juiste informatie kan het zelfgenezend vermogen dat ieder levend organisme bezit gestimuleerd worden waardoor de balans hersteld wordt en het lichaam geholpen wordt de ziekte te overwinnen of zo goed mogelijk te laten verdwijnen.
Diagnose Het stellen van de homeopathische diagnose gebeurt op basis van de etiologie, de klachten en de fysieke en psychische kenmerken van de patiënt. De gehele lichamelijke en psychische make-up van de patiënt, samen met zijn geschiedenis, bepalen het homeopathisch similimum, het best passende geneesmiddel. Bij iedere patiënt wordt een keuze uit 3000 verschillende geneesmiddelen gemaakt. Iedere patiënt krijgt naast een reguliere diagnose ook een individuele homeopathische diagnose.
Geneesmiddelen Homeopathische geneesmiddelen zijn afkomstig uit planten, mineralen en dierproducten. Daarnaast worden er ook homeopathische geneesmiddelen gemaakt van bijvoorbeeld reguliere geneesmiddelen of andere chemische stoffen om bijwerkingen te verminderen.
Werkwijzen Homeopathische geneeskunde kan op verschillende niveaus toegepast te weten:
- locaal, symptomatisch (geneesmiddelen bij de drogisterij)
- Isopathie (bijvoorbeeld pollen bij hooikoorts)
- klinisch: op het heersende klinische beeld (bij acute ziekten); geschikt voor huisartsen
- constitutioneel, op het totaalbeeld (bij chronische aandoeningen); door artsen die gespecialiseerd zijn in homeopathie
Indicaties voor homeopathie
- Chronische aandoeningen
- Als reguliere medicijnen gecontraïndiceerd zijn
- Blijvende klachten na een ziekte of na medicatie
- Recidiverende klachten, bijvoorbeeld infectieziekten
- Persisterende klachten
- Klachten na een trauma
- Onbegrepen klachten
- Bijwerkingen of gevolgen van reguliere medicatie
Reguliere geneeskunde is heel goed voor acute en levensbedreigende aandoeningen, maar de meer chronische aandoeningen en onschuldiger acute ziekten kunnen meestal goed met homeopathie behandeld worden.
* * *
Overzicht van wetenschappelijk onderzoek
Ton Nicolai, arts
x Als we spreken over wetenschappelijk onderzoek dan worden we onmiddellijk geconfronteerd met het begrip evidence-based medicine (EBM), een centraal begrip in de huidige geneeskunde. Een begrip ook waarover veel misverstanden bestaan. Volgens de grondleggers van evidence-based medicine, David Sackett en Alvan Feinstein, is dat het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is en waarbij rekening gehouden wordt met de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt. EBM rust dus op drie pijlers: klinische expertise, extern bewijs en wensen/voorkeuren van de patiënt.
Laten we eens kijken naar de klinische resultaten in de homeopathie. Er zijn honderdduizenden ziektegeschiedenissen van over de hele wereld met een succesvolle homeopathische behandeling.
En hoe zit het met de wetenschappelijke studies? Er zijn een aantal observationele studies uitgevoerd bij enkele duizenden patiënten in Duitsland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Daarbij zijn consistent positieve resultaten beschreven ten aanzien van bestaande ziektesymptomen, algemeen welbevinden en het verminderde gebruik van reguliere medicijnen. Hierbij blijkt 60-70% van de patiënten een duidelijke of zeer duidelijke verbetering van hun gezondheid te ervaren. En dan gaat het niet om patiënten met acute self-limiting aandoeningen, maar om patiënten met chronische ziekten en multipele pathologieën die niet of nauwelijks hebben gereageerd op eerdere reguliere behandeling.
Uit kosteneffectiviteitonderzoek blijkt dat homeopathisch werkende huisartsen betere resultaten boeken voor vergelijkbare kosten in vergelijking met regulier werkende huisartsen. Homeopathische geneesmiddelen zijn weliswaar goedkoper maar de consulten duren langer en zijn dus duurder dan reguliere consulten.
Op langere termijn en op grotere schaal bekeken is te verwachten dat homeopathische behandeling tot kostenbesparingen leidt, want de algemene gezondheidstoestand verbetert, er zijn minder toekomstige consulten nodig, er is minder ziekteverzuim, er zijn minder bezoeken aan medisch specialisten noodzakelijk en er wordt minder tijd in het ziekenhuis doorgebracht in vergelijking met patiënten die alleen regulier worden behandeld.
Laten we nu eens kijken naar het klinisch experimenteel onderzoek, dus klinisch onderzoek waarbij een groep homeopathisch behandeld wordt en de controlegroep een placebo krijgt of een andere therapie die uit eerder onderzoek al effectief gebleken is. Met andere woorden gecontroleerde studies en dan nog bij voorkeur gerandomiseerd en dubbelblind. Die methode is ontwikkeld om reguliere medicijnen te beoordelen op hun werkzaamheid en die wordt door velen als de gulden standaard beschouwd.
Terwijl deze gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde studies nuttig kunnen zijn bij het beoordelen van de effecten van een enkele interventie bij een enkel symptoom zijn ze veel minder geschikt om de algehele effecten van een holistische therapie in een complex organisme met meerdere stoornissen te beoordelen. Desondanks is er een redelijk aantal RCTs in homeopathie verricht. Om precies te zijn, zijn er 142 RCTs gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften. Hiervan hadden 120 (85%) RCTs een placebocontrolegroep, 22 RCTs (15%) een andere controlegroep. 44% van de RCTs waren positief voor homeopathie, 8% negatief en 48% statistisch non-conclusive. Er zijn dus veel meer studies met positieve dan met negatieve resultaten.
In EBM wordt vaak gebruik gemaakt van systematische reviews[1]. Welnu, er zijn in totaal 5 systematische reviews gepubliceerd waarbij alle RCTs bij 80 verschillende medische diagnoses tezamen zijn beoordeeld. Bij vier daarvan was de conclusie dat homeopathie verschilde van placebo, de 5de concludeerde dat het zwakke bewijs voor een specifiek effect van homeopathische middelen waarschijnlijk gebaseerd was op placebo-effect, maar de methodologie van die laatste review en de conclusies zijn door verschillende auteurs aangevochten. De waarde van dit soort systematische reviews waarbij alle studies bij zoveel verschillende diagnoses op één hoop worden gegooid, is natuurlijk beperkt omdat een bepaalde therapie bij de ene diagnose wel en de andere diagnose niet kan werken.
Die heterogeniteit van studies is vermeden in systematische reviews voor specifieke diagnoses of groep van diagnoses. En die tonen werkzaamheid aan van homeopathie bij diarree bij kinderen, postoperatieve ileus, hooikoorts, vertigo, allergieën, bovenste luchtweginfecties en reumatische ziekten. Daarnaast tonen herhaalde RCTs effectiviteit aan bij fibromyalgie en sinusitis.
Toch beweren critici dat homeopathie een soort superplacebo is. De lange arts-patiëntcontacten zouden kunnen verklaren waarom mensen verbeteringen in hun gezondheidstoestand ervaren. Een recente Duitse studie (Nuhn et al) daarentegen heeft aangetoond dat het placebo-effect in placebogecontroleerde dubbelblinde RCTs bij geïndividualiseerde homeopathie niet groter is dan bij reguliere therapie.
Ook al voldoet het wetenschappelijk onderzoek aan de eisen die EBM stelt en zou de aanwezigheid van goed uitgevoerd onderzoek tot de conclusie moeten leiden dat homeopathie een werkzame geneesmethode is, menen bepaalde critici dat desondanks homeopathie niet kàn werken. Een citaat uit een artikel van twee Nederlandse epidemiologen:
“Hoe methodologisch vlekkeloos onderzoek tot onjuiste resultaten kan leiden, laten bijvoorbeeld studies naar het effect van homeopathie fraai zien. Een meta-analyse van gerandomiseerde onderzoekingen, zorgvuldig geselecteerd op basis van de hoogste methodologische standaarden, liet een statistisch significant gunstig effect van homeopathische behandeling zien. In dit geval is het naar onze mening onjuist te concluderen dat deze therapie werkt, ongeacht het hoge niveau van bewijs, aangezien het uitgangspunt onjuist was: er kàn namelijk geen effect zijn van homeopathische geneesmiddelen”.
Er wordt dus duidelijk met twee maten gemeten en dat zei Dr Iain Chalmers, directeur van het UK Cochrane Centre jaren geleden ook al: “Critics of complementary medicine often seem to operate a double standard, being far more assiduous in their attempts to outlaw unevaluated complementary medical practices than unevaluated orthodox practices”. En “These double standards might be acceptable if orthodox medicine was based solely on practices which had been shown to do more good than harm, and if the mechanisms through which their beneficial elements had their effects were understood, but neither of these conditions applies”.
Laten we terugkeren naar de vraag waarom homeopathie niet zou kùnnen werken. Sceptici beweren dat er geen wetenschappelijke verklaring voor de werkzaamheid is, omdat het similia-principe onzinnig is en omdat ultramoleculaire homeopathische preparaten, dus met concentraties voorbij het getal van Avogadro, geen moleculen kunnen bevatten en dus niet kunnen werken. Omdat voor werkzaamheid moleculen nodig zijn. En dat daarom al het positieve klinische bewijs voor homeopathie onbetrouwbaar is.
Wat betreft het similia-principe, de Nederlandse celbiologen Wiegant en Van Wijk onderzochten de geldigheid van dit principe op cellulair niveau. Zij toonden overtuigend aan dat lage stressdoses (hitte, arsenicum of cadmium) het zelfherstel kunnen stimuleren als deze cellen tevoren aan hoge doses van deze stressoren waren blootgesteld. Het similia-principe lijkt dus een biologisch fenomeen te zijn.
Ten aanzien van de kwestie of ultramoleculaire preparaten een effect kunnen hebben, dienen we ons eerst te realiseren dat in de homeopathie verschillende potenties (stapsgewijs verdunde en geschudde oplossingen) worden gebruikt, van laag tot hoog. Er is geen reden om aan te nemen dat relatief lage potenties, met concentraties tot aan het getal van Avogadro niet zouden kunnen werken. Immers uit de biologie is bekend dat geringe concentraties tot zelfs 10-22 M biologisch actief kunnen zijn. Het zijn met name de concentraties voorbij het getal van Avogadro waar bepaalde wetenschappers hun pijlen op richten.
Er is inmiddels al heel wat fundamenteel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat ook ultramoleculaire homeopathische preparaten meetbare effecten kunnen vertonen. Dit blijkt uit zowel biologische als fysische experimenten. Er heeft herhaald kwalitatief goed onderzoek plaatsgevonden op dieren, planten en geïsoleerde cellen en celculturen.
In een recente meta-analyse van fundamenteel onderzoek naar de effecten van hoge potenties werden 67 in vitro experimenten in 75 publicaties beoordeeld volgens bepaalde kwaliteitscriteria. Bij de meerderheid van de experimenten werden effecten van hoge potenties gerapporteerd en in bijna drie kwart van alle herhaalde studies waren de bevindingen positief. Ook de experimenten met een hoge methodologische standaard toonden een duidelijk effect van hoge potenties aan.
Ik noem hier enkele voorbeelden van biologische modellen:
- remmend effect van ultramoleculaire verdunningen van histamine op de activatie van basofiele leukocyten,
- effect van ultramoleculaire verdunningen van acetosal op bloedingstijd en trombocytenklontering,
- effect van ultramoleculair thyroxine op de snelheid van metamorfose van kikkers,
- beschermend effect van ultramoleculair kwik op de mortaliteit van vergiftigde muizen,
- beschermend effect van ultramoleculair arsenicum op het toxische effect van As2O3 op groei van tarwekiemen.
Natuurkundige experimenten hebben structurele veranderingen van water aangetoond bij ultramoleculaire homeopathische preparaten. Waarbij dus een duidelijk verschil werd gezien tussen de gepotentieerde preparaten en de controlepreparaten van alleen water. De gebruikte methoden hiervoor zijn o.a. lage-temperatuur-thermoluminescentie, flux-calorimetrie, conductometrie (geleidbaarheidsmeting), Raman- en Ultra-Violet- spectroscopie, en NMR (Nuclear Magnetic Resonance).
Wetenschappers die de effecten van ultramoleculaire oplossingen bestuderen zijn verenigd in de GIRI[2] = Groupe International de Recherche sur l’Infinitésimal (International Research Group on High Dilution and Very Low Dose Effects), een internationale wetenschappelijke vereniging van ± 100 farmacologen, biologen, artsen, chemici en fysici. Publicaties vinden plaats in reguliere tijdschriften, maar er is ook een International Journal of High Dilution Research[3]. De Homeopathy Basic Research Experiments (‘HomBRex’) Database[4] bevat meer dan 1000 publicaties met 1400 experimenten. De theorie van sceptische wetenschappers dat homeopathie door het gebruik van ultramoleculaire preparaten implausibel of onmogelijk is, is dus volstrekt onjuist. Dat is een vooroordeel, inmiddels gelogenstraft door experimenteel onderzoek. Maar, zo zei Albert Einstein al, “It is harder to crack prejudice than an atom”
Thomas Kuhn, in zijn belangrijke werk ‘The Structure of Scientific Revolutions’ merkte op dat onderzoekers zich houden aan de gangbare theoretische opvattingen uit hun vakgebied en hun werk inpassen in die theoretische kaders totdat er zo veel afwijkende of tegenstrijdige feiten zijn verzameld, dat een nieuw theoretisch kader kan doorbreken. Dan ontstaat er een paradigmaverschuiving, een net iets ander perspectief op de werkelijkheid waardoor zowel de oude als de nieuwe feiten verklaarbaar zijn. Verklarende modellen zullen mogelijk ontwikkeld worden binnen nieuwe wetenschappen, zoals systeembiologie (biologisch systeem als een hiërarchisch georganiseerd netwerk van interacties) en biosemiotiek: “The sign rather than the molecule is the basic unit for studying life”.
Tot die tijd zullen we het nog moeten doen met de huidige stand van zaken. Homeopathische artsen die zien hoe hun patiënten genezen, klinisch onderzoek dat aantoont dat homeopathie een gunstig effect heeft op de gezondheid van patiënten, fundamenteel onderzoek dat aantoont dat ook ultramoleculaire homeopathische preparaten een effect kunnen hebben en het besef dat we nog niet precies weten hoe homeopathie werkt. Voor sommigen is het feit dat we nog niet precies weten hoe homeopathie werkt een reden om homeopathie te verwerpen. Wij, homeopathische artsen, zijn natuurlijk ook nieuwsgierig naar het werkingsmechanisme van homeopathie, maar we kunnen goed met de huidige onzekerheid leven. Voor ons telt dat patiënten goed geholpen zijn.
Bron: wanttoknow.nl