Jeff Foster – Verschenen in InZicht nr 4, 2011 – Leestijd is ca. 8 minuten
Genezing zit ingebouwd in alles waar we aan proberen te ontsnappen. Verdriet geneest je van verdriet. Angst geneest je van angst. Woede geneest je van woede. In de kern van de meest intense angst zit niemand die gevangen zit in angst. Er is daar niemand die losstaat van de angst.
Kan de onvoorwaardelijke acceptatie van het leven zelfs gevonden worden in de ervaring van de meest intense pijn? Toen ik al die jaren geleden in bed lag met een intense pijn die door een uiterst gevoelige regio van mijn anatomie schoot, ontdekte ik dat de pijn op het diepste niveau oké was. Het was een verbijsterend besef dat de kern van het lijden raakte. Pijn was niet de vijand. Pijn was gewoon het leven dat verscheen als pijn – en buiten zelfs dat verhaal was het gewoon een altijd veranderende dans van gewaarwordingen. De pijn was geen blokkade van het leven – hij was het leven, op dat moment. De pijn stond het leven niet in de weg – hij was een volle en complete uitdrukking van het leven. De pijn was heel levend. Hij was de oceaan die verscheen als pijngolf. De pijn deed nog steeds zeer – laten we de werkelijkheid niet ontkennen of doen alsof. Het deed nog steeds zeer, maar op het diepste niveau was het oké. Het deed zeer, maar ik was niet ‘degene die pijn heeft’. Het deed zeer, maar op de een of andere onbegrijpelijke manier kon de pijn mij geen pijn doen. Hij mocht er zijn zolang hij er was. Ik was zijn thuis.
Kosmisch oké
Ik was geschokt toen ik me de enorme omvang, de totale inclusiviteit, de allesomvattende aard van die onvoorwaardelijke acceptatie realiseerde. De pijn was helemaal oké, en wat ook helemaal oké was, was ik, de figuur Jeff die wilde dat de pijn er niet was. Ik denk dat dat een enorme misvatting is voor spirituele zoekers – dat ze alles wat er gebeurt als persoon oké moeten vinden. Wat een zware last is dat: geloven dat je alles altijd oké moet vinden – moeten doen alsof je alles oké vindt, zelfs als dat niet zo is! Zoals ik al zei, onvoorwaardelijke acceptatie wil niet per se zeggen dat je de pijn oké moet vinden. Je niet oké vinden van de pijn wordt volkomen omarmd door het leven. Die acceptatie zonder voorbehoud haalt ‘jou’ weg uit het plaatje! Het is een kosmisch oké vinden dat verder gaat dan ‘Ik vind het oké’ en ‘Ik vind het niet oké’.
De pijn is er dus, en wat er dan tevens kan verschijnen is een hekel aan, een afkeer van de pijn. Het was zo’n opluchting – en een openbaring – om in bed te kunnen liggen zonder een beeld van mezelf overeind te hoeven houden, zelfs geen beeld van mezelf als verlicht of ontwaakt persoon, of als iemand die de pijn oké vond! Ik was volkomen vrij om weer op de pijn te reageren op een authentieke, eerlijke, menselijke manier, na jaren van spiritueel doen alsof en ontkenning. Ik was vrij om te zeggen: ‘Ik vind die pijn niet fijn’, om toe te geven dat ik een hekel aan de pijn had en, op een dieper niveau, om een totale, allesomvattende okéheid ten aanzien van de hele situatie te ervaren. Onder alles ligt een kosmische okéheid die niet kan sterven.
“Pijn is zo’n heerlijke leraar omdat hij je laat zien dat je uiteindelijk op het moment zelf geen keus hebt. Je hebt er geen controle over.”
Radicale eerlijkheid
Het was niet zo dat ik gewoon tegen mezelf zei dat ik het oké vond terwijl dat eigenlijk niet zo was. Het was niet zo dat ik deed alsof ik het oké vond. Het was niet zo dat ik het oké probeerde te vinden – spiritueel probeerde te zijn, vredevol probeerde te zijn, iets probeerde te zijn wat ik niet was. Waar het om ging was radicale eerlijkheid. Het ging om het zien van de pijn, hem onder ogen zien, toegeven dat hij er was, en ontdekken dat de pijn volkomen tot het leven was toegelaten. Door de pijn toe te geven, kreeg de pijn toegang. Er was dus pijn, en Jeff vond dat niet echt leuk. Wie houdt er tenslotte van pijn? Wie zou pijn kiezen, als hij de keus had?
Pijn is zo’n heerlijke leraar omdat hij je laat zien dat je uiteindelijk op het moment zelf geen keus hebt. Je hebt er geen controle over. “Niet mijn wil, maar de uwe geschiede,” zoals Jezus zei. En precies daar ligt de bevrijding. De pijn werd omarmd, net als degene die probeerde aan de pijn te ontsnappen en daar niet in slaagde.
De pijn werd omarmd, net als degene die vrij probeerde te zijn van de pijn. En waar was toen het probleem? In de pijn, in dat onbehaaglijke gevoel, was ik heel. In die pijn, in dat uiterst onbehaaglijke gevoel, werd ik genezen – volkomen genezen. Genezen zonder te begrijpen hoe of waarom. Genezen van de last ‘degene die pijn heeft’ te zijn. Genezen van het verhaal van ‘mijn pijn in verleden en toekomst’. Genezen van de illusie dat de pijn mij overkwam. Die genezing betekende niet dat de pijn meteen wegging, maar hij kwam wel minder op de voorgrond te staan. Die altijd aanwezige genezing was waar ik eigenlijk naar op zoek was geweest.
Genezing
“Door zijn wonden worden wij genezen,” wordt er in de bijbel gezegd – en door mijn wonden word ik genezen. Dat is het verbijsterende besef: de genezing – met andere woorden, de heelheid, de compleetheid, het thuis waar we eigenlijk naar op zoek zijn – is in feite hier aanwezig, in de wonden, midden in de pijn, precies in het hart van de ervaring waar we juist aan proberen te ontsnappen. We worden genezen door alles waar we voor weglopen. We worden niet genezen van pijn; we worden genezen, we zijn al genezen, in onze pijn.
Je zou zelfs nog verder kunnen gaan en kunnen zeggen dat pijn ons eigenlijk geneest. Als je ziet wat het eigenlijk is, stuurt pijn onze aandacht naar het hier en nu en naar de grote open ruimte die alle ervaring omarmt zoals hij komt en gaat. Pijn brengt onze aandacht terug naar het feit dat niemand pijn heeft – er verschijnt hier alleen maar pijn in de ruimte die ik ben. Zo geneest pijn je van het idee dat je er het slachtoffer van bent. Hij geneest je van de illusie dat je controle hebt. Hij brengt je terug naar dit moment, je ware thuis. Hij zegt: “Ik mag hier zijn, wat je ook denkt. Kijk maar, ik ben al toegelaten tot wat je bent. Ik ben al aanwezig. Je bent niet in staat geweest om me te weerstaan. Maar je hoeft nergens bang voor te zijn. Ik besta slechts uit jou. Ik kan degene die je werkelijk bent niet kapotmaken.”
Kruisiging
Ja, op een bepaalde manier die we nooit zullen kunnen bevatten, geneest pijn je van pijn. Genezing zit ingebouwd in alles waar we aan proberen te ontsnappen. Verdriet geneest je van verdriet. Angst geneest je van angst. Woede geneest je van woede. In de kern van de meest intense angst zit niemand die gevangen zit in angst. Er is daar niemand die losstaat van de angst. Er is daar niemand die bang is. Midden in de kruisiging, midden in de meest ondraaglijke lichamelijke pijn, zit genezing. Misschien verwijzen alle religies en spirituele leraren uiteindelijk wel naar die waarheid.
Die acceptatie zonder voorbehoud zet onze houding ten aanzien van pijn op zijn kop, onze relatie met pijn, onze angsten rondom pijn. Plotseling is pijn, hoe pijnlijk hij ook is, geen vijand meer. Het is een richtingwijzer die ons terugstuurt naar wie we op dit moment werkelijk zijn en al onze foutieve ideeën over wie we zijn vernietigt. Pijn heeft op de een of andere manier mededogen, in de ware betekenis van het woord; hij vernietigt al onze illusies over onszelf. Niets wat niet werkelijk is, is bestand tegen zijn nietsontziende liefde.
Fragment uit ‘Onvoorwaardelijke Acceptatie’ van Jeff Foster, vertaling Han van den Boogaard, uitgeverij Panta Rhei, ISBN 978.90.8840.090.2