Ik wil de waarheid, nú!
Over complotten.... nieuwsbrief Lilian Ferru
Wil je deze nieuwsbrief rechtstreeks ontvangen? Meld je dan aan op de voorpagina van deze website
Lieve Jij,
Toen ik klein meisje was, spande de hele wereld tegen me samen in één groot complot. Het betrof niet alleen het dorp, de school, de buren, elk mens die ik tegenkwam, maar ook mijn ouders. Men vertelde me dat een oude man, met een lange baard, alles van mij wist. Mijn kindergeest kende het woord ‘privacy’ niet, maar ik herinner me het onaangename gevoel over dat alles wat ik deed, werd opgetekend in een groot boek. Als ik braaf was kreeg ik snoep, als ik stout was de roe. Als ik hele erge dingen deed, liep ik het risico dat ik in een zak gestopt werd en naar Spanje zou worden ontvoerd. Hoezo ontvoerd? Mijn ouders wisten ervan. Ze dreigde er zelfs mee: ‘Als jij niet lief bent….’
Daarnaast was er steeds het enge idee, dat een of andere Piet door de schoorsteen zou komen. Hij zou zomaar midden in de nacht, naast je bed kunnen staan. Ik herinner me de dag dat ik de leugen doorzag. Het was schokkend, iets vreselijks had zich in mijn onschuldige kinderziel genesteld. Iedereen had tegen me gelogen! Wie kon ik nog vertrouwen? Mijn wereld stond op de kop.
Kleinzoon Lucas komt op bezoek. Vooraf ga ik naar de speelgoedwinkel om een cadeautje uit te zoeken. Ik zie massa’s Sinterklaasprul. Neen, daar ga ik niet aan meedoen. Dat is maar goed ook, want hij is vroegtijdig van zijn geloof gevallen. Dat begon met het overlijden van koningin Elisabeth van Engeland, ze was al heel oud. Dat heeft Lucas aan het denken gezet. Hoe oud is Sinterklaas eigenlijk? Na een nachtje slapen, roept hij zijn ouders ter verantwoording. ‘Ik wil de waarheid, nú!’ Toen moesten ze het wel opbiechten. Neen hij bestaat niet, maar het was gewoon voor de lol, om kinderen cadeautjes te geven.
Dat brengt ons naar de consequenties. Nu Lukas op de hoogte is van het bedrog, zijn er geen cadeautjes. Oma weet raad. ‘Je kunt natuurlijk naar alle juffen, meesters en ouders gaan en om zwijggeld vragen. Betalen pannenkoek, anders vertel ik alles…! Van dat geld kun je leuke dingen doen,’ zo leg ik geduldig uit. Ik bedoel, vanuit mijn Italiaanse genen heb ik ook wat van de maffiacultuur meegekregen. Helaas vinden de ouders deze aanpak opvoedkundig onverantwoord.
Goed, ik gooi het over een andere boeg. ‘Lukas, weet je wel dat je de énige belangrijke vraag hebt gesteld, die elk mens in deze wereld zou moeten stellen? Ik wil de waarheid en wel nú! Dat is zo supergoed van jou. Als niemand nog genoegen zou nemen met leugens, dan zou alles anders zijn. Ik ben zó trots op jou!’
Zo is het ook. Als je het complot eenmaal doorziet, als je aanspraak maakt op de waarheid, dan laten we ons niet meer voor de gek houden. Dat geldt zowel in het klein als in het groot. Ik kan me het gevoel van desillusie als kind nog herinneren, maar ik weet ook dat het leven daarna gewoon weer doorging. Er was geen gesprek, geen nazorg of uitleg, geen excuses. Niemand die me vertelde waarom grote mensen me zo bang hadden gemaakt. Het was onrechtvaardig. Toch minstens een post traumatisch stress syndroom.
Je mag best een feestje organiseren, maar ben dan wel meteen eerlijk. Kijk, dat is buurman, hij heeft zich als Sinterklaas verkleedt. En dat gebonk op het raam, dat is tante Truus. We hebben haar gevraagd om pepernoten door de kamer te gooien. Gewoon, omdat we dat leuk vinden. ‘Waarom vind je dat dan leuk, papa, mama?’ ‘Nou, omdat wij dat vroeger ook zo deden.’
Wat heb ik toch een prachtig kleinkind. Hij wil de waarheid en wel nú. Als we dat allemaal zouden willen, dan zouden we niet meer in leugens geloven. Als we niet meer in leugens zouden geloven, dan maken we aanspraak op de waarheid. Als we aanspraak maken op de waarheid, dan kan een leugen niet meer binnen komen. Als een leugen niet meer kan binnenkomen, dan zijn we vrij. Dan kunnen we ons leven gaan leven, zonder alle verzinsels en alle verhalen. We laten ons nooit meer voor de gek houden. We zeggen nú en niet dadelijk. Je wilt het leven kennen zoals het is en niet zoals het je wijsgemaakt wordt. Laten we zingen en springen en we zijn zo blij.
Ik moet écht vaker met kinderen praten. Zij weten zoveel meer…
Liefs, Lilian