Wonderen bestaan, wis en waarachtig
Meer dan de helft van de Nederlanders gelooft dat wonderen bestaan. En het zijn vooral jongeren van 18 tot 34 jaar en hoger opgeleiden die deze groep ‘gelovigen’ vertegenwoordigen. Eén op de vier Nederlanders heeft wel eens iets meegemaakt waarvoor geen verklaring was te vinden en dat heeft een positieve invloed op hun leven gehad. Neem ook een duik in een wereld vol wonderen!
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen en eerlijk bekennen: ook ik geloof in wonderen. Wat ik daarmee bedoel is dat ik wéét dat wonderen bestaan en mogelijk zijn. Dus niet: ik ben een rooms-katholieke jongen en de kerk leert mij dat. Ik heb namelijk zelf wonderen meegemaakt en nog dagelijks maak ik wonderen mee. Voor de duidelijkheid zal ik er gelijk een op tafel leggen. Niet zozeer ter overtuiging, want dat lijkt onmogelijk te zijn als het gaat om dit onderwerp.
Wonderen en geloof Met mijn zoon heb ik een wonder meegemaakt. Hij speelde bij een vriendje en toen ik hem kwam ophalen, deed de moeder van het schoolvriendje timide open. “Je moet niet schrikken, maar Joppe heeft met zijn hand tussen de deur gezeten.” ‘Oké’, dacht ik, ‘en?’ “Daarbij heeft hij de pees van zijn pink gescheurd, wat betekent dat hij zijn pink nooit meer zal kunnen strekken.” Mijn reactie was in stilte: ‘Echt niet!’ De moeder, zelf arts, zei: “Misschien moet je hem maar even meenemen naar de poli het ziekenhuis.”
Zo gezegd, zo gedaan. Op de fiets reden we naar de Eerste Hulp en al die tijd rustte de hand van mijn zoon in de mijne en was mijn gedachte: het is goed. In het ziekenhuis deed ik het verhaal aan de dienstdoende arts. Hij deed een aantal tests en voor de zekerheid werden er röntgenfoto’s gemaakt. Tot mijn vreugde kon hij niets vinden en gingen wij vervolgens vrolijk naar huis.
Wonderen zijn een fenomeen dat leeft. Google je het woord wonderen, dan heb je binnen 0,2 seconden 2.440.000 zoekresultaten. Maar niet iedereen gelooft in wonderen. Volgens blogger Berend Quest bestaan ze niet. Daarbij volgt hij de volgende bewering: “Omdat je het even niet kunt verklaren, is iets nog geen wonder. Van jouw geloof in wonderen maakt bijvoorbeeld de r.-k. kerk dankbaar gebruik. En Jomanda. En uw horoscooptrekker. En (…)”
Een klassiek geval van een wonder is de stadslegende (broodje aapverhaal), waarin de moeder haar kind bevrijdt door een auto op te tillen waaronder het bekneld was geraakt. Maar dat verhaal is dus echt gebeurd! Op 9 april 1982 tilde Angela Cavallo in het Amerikaanse Lawrenceville de Chevy Impala van haar tienerzoon op – vijf minuten lang – zodat de toegesnelde buren hem konden bevrijden door de krik weer terug te plaatsen. Journaliste Mariana Minaya van Associated Press schreef later dat de hele exercitie feitelijk onmogelijk was voor een vrouw van 1 meter 75 en bijna zestig jaar.
In 2008 kwam ik een poster tegen van de tentoonstelling Allemaal Engelen in het Catharijneconvent in Utrecht. En die liet mij niet meer los. Annelies Hoornik, inmiddels Medium van het Jaar 2011 en winnares van de ParaVisie Award, was daar ook bij betrokken als engelentherapeute. Ik had sterk het idee: ‘die moet ik interviewen.’ Zo gezegd, zo gedaan. Maanden later belde zij mij op met de vraag: “Wil je samen met mij een boek schrijven over engelen? Ze zeuren mij al jaren de kop gek, maar ik ga zelf niet schrijven.” Zodoende werd door een serie van gebeurtenissen de voorspelling van verschillende mediums dat ik boeken zou gaan schrijven bewaarheid.
Wonderen en gedachten Inspiratie ervaar ik ook altijd als een wonder. Dan valt er ineens een idee in, en als ik daar naar luister word ik altijd blij. Voor dit artikel kreeg ik de ingeving om eens op het Centraal Station van Utrecht rond te struinen en mensen te vragen: ‘Heb jij wel eens een wonder meegemaakt?’ De reacties waren heel uiteenlopend, van ‘nooit’ tot ‘natuurlijk’.
Voor Miriam, een oudere dame die in de centrale hal staat te wachten, zijn wonderen gebeurtenissen die zij niet verwacht en wel graag wil. Op enig moment in haar leven had zij nauwelijks geld om eten te kopen voor haar kinderen. “Ja, 28 cent, dat was nog in het guldenstijdperk. Ik wilde de goedkoopste rijst kopen, maar die kostte 29 cent. Ik kwam één cent tekort. En toen vond ik ineens een cent op straat. Ja, iedereen kan een cent vinden. Maar als je nou één cent nodig hebt om iets te kunnen kopen wat je niet krijgt als je die niet hebt …”
Regien Smit reageert heel open op mijn vraag of ze weleens een wonder heeft meegemaakt. “Mijn bekeringservaring vind ik het grootste wonder. Wonderen zijn voor mij niet zozeer van ‘er was een probleem en er werd iets opgelost’. Het is meer de manier waarop God met mensen omgaat.” Ze vindt het moeilijk zintuiglijk uit te leggen hoe dat werkt. “Mijn wonder vond plaats in de badkamer terwijl ik mij aan het opmaken was en ik in de spiegel keek. Op dat moment zag ik mezelf zoals ik voelde dat God mij zag. En dat was het moment dat ik wist: Hij is er en ik ga vanaf nu niet meer zonder hem leven. Maar nu moet ik mijn trein halen.”
Een wonder heeft te maken met het van gedachte veranderen. Wat ik daarmee bedoel? Nou precies wat het zegt en het is nog makkelijk ook. Iedereen krijgt namelijk altijd – zonder uitzondering – het resultaat van zijn gedachten. En waarom zou je niet van gedachten veranderen als dat het verschil maakt tussen leven en dood? Daar zijn momenteel in Afrika bij Mama Heidi vele voorbeelden van. Daar herrijzen mensen uit de dood aan de lopende band. Dat klinkt natuurlijk onvoorstelbaar, want de meesten van ons denken dat wederopstanding alleen zo’n tweeduizend jaar geleden gebeurde. De naam van deze wonderdoener is genoegzaam bekend: Jezus. En van de acht die door toedoen van Jezus uit de dood opstonden was Lazarus natuurlijk de meest bekende.
Maar het hoeft natuurlijk niet zo extreem te zijn. In de categorie Toeval bestaat niet, vertelt Bianca Meijsen: “Mijn printer was op een gegeven moment kapot en ik had niet de centen om een nieuwe te kopen. Vraagt juist op dat moment iemand: ‘Wil je mijn oude printer?’ Ik heb net een nieuwe gekocht.” Niet voor niets luidt de naam van Bianca’s bedrijf Expect a Miracle.
Wonderen en wetenschap Ionica Smeets citeert wiskundige John Littlewood. “Hij berekende dat je ongeveer eens per maand een wonder kunt verwachten.” Volgens die theorie is het pas raar als je maandenlang helemaal niets wonderlijks meemaakt. Het hangt er dus maar helemaal vanaf hoe je een wonder definieert.
De wetenschap zit met wonderen in haar maag omdat onderzoek naar wonderen onmogelijk is. Dat komt door het uitgangspunt dat de wetenschap hanteert: wetenschappelijk onderzoek moet herhaalbaar zijn. En dat is een probleem, want wonderen zijn per definitie onvoorspelbaar en uitzonderlijk. En genezing kan niet worden herhaald.
Uitzonderingen hierop zijn zogenoemde wonderdoeners. Maar uitgerekend deze buitencategorie heeft tot nu toe altijd medewerking aan de wetenschap geweigerd, wat natuurlijk voer voor sceptici is geweest. En, wonderdoeners zijn altijd omstreden geweest. Of het nu gaat om Nederlanders als Jomanda en Greet Hofmans of iemand als de Rus Raspoetin. Amerika heeft zijn Benny Hinn en Mama Heidi en Roland Baker. Ook films zoals Joshua en Leap of Faith tonen aan hoeveel commotie ontstaat als wonderen plaatsvinden.
Wonderbaarlijke genezingen zijn soms ook onlosmakelijk verbonden met bepaalde plaatsen in de wereld, bijvoorbeeld waar Maria verscheen aan Bernadette (Lourdes) en Lucia (Fátima). Agnosten reageren natuurlijk met onverholen scepsis op bovennatuurlijke verschijnselen. Waarom? Nogmaals, omdat wonderen wetenschappelijk niet te bewijzen zijn.
Geloof en zintuigen liggen elkaar niet en zijn water en vuur. Perceptie, toch de basis van de wetenschap, komt bedrogen uit bij wonderen. De wetenschap, met andere woorden, is niet wondergericht. Verwacht geen wonderen. En dat is nu juist zo behulpzaam bij het meemaken van een wonder, als is het maar het vinden van een cent.
Charles Spier zegt in een video van Spiritueel Café Heerlen over wonderen: “Een wonder is dat je in het heden het verleden loslaat zodat je de toekomst bevrijdt.” In mijn woorden: dat ik van gedachte verander en niet al mijn ideeën uit het verleden in het Nu projecteer. Lily Faber in dezelfde video: “Het belangrijkste kenmerk van wonderen is dat zij mij laten zien dat de wetten van de wereld niet kloppen.” Wetenschap, hoort u dat? “Het is eerst de denkgeest die geneest en fysieke genezing kan daarvan het gevolg zijn.” Als voorbeeld geeft Lily, dat zij zich aan een spiegel sneed. “Bloed! Maar ja, er stond op dat moment een verhuiswagen voor de deur, dus rukte ik een doek uit een van de openstaande dozen. Toen ik even later de doek weghaalde, was de hand heel. Niets meer te zien. Wat het bewijst? Dat alle wetten van de wereld waarin ik tot dan toe in geloofde, ook allemaal niet waar zijn.”
Wonderen en tijd Verlicht meester Rananda: “Als je vanuit het perspectief van Werkelijkheid kijkt, dan is er niet zoiets als een wonder. Omdat er ook geen wonderen nodig zijn. Vanuit het perspectief van een wereld die de Werkelijkheid niet kent, en gelooft in wetten die de Werkelijkheid buitensluiten, zijn wonderen mogelijk. Daarom doet een wonder de fysieke wetten geweld aan.”
Kan iedereen wonderen verrichten? Het antwoord luidt ‘Ja’ als je naar de film Finger of God kijkt. Jason Westerfield loopt in deze film rond op Yale University Campus en roept mensen op om een fysiek wonder te ondergaan. Hij bidt voor een vrouw met psychische en lichamelijke problemen. Het volgende moment valt ze bijna achterover en na het bidden zegt ze: “Ik voelde rillingen. Je hebt alles wat er mis met mij was aangeraakt.” Even later ziet Jason een man op krukken en zegt hij: “Daar is onze man.” Hij loopt naar hem toe en hoort dat hij is aangereden door een auto. “Ik wil voor je bidden. Je wilt toch beter worden? Je hoeft niets te doen, behalve te ontvangen.” Jason bidt en vraagt de man daarna rond te lopen. Hij haalt de krukken onder zijn oksels vandaan en loopt voorzichtig een stukje. “Ik voel geen pijn meer.”
Door de eeuwen heen zijn wonderen altijd populair geweest. Ondanks mensen als Spinoza. ’s Neerlands bekendste filosoof stelde in zijn boek Tractatus theologico-politicus dat wonderen niet bestaan. Volgens Spinoza is bovennatuurlijk ingrijpen onmogelijk, omdat uitzonderingen op natuurwetten onmogelijk zijn. O ja? En hoe zou Spinoza dan het verhaal van Maarten van Stokkum hebben verklaard? Maarten: “In 2006 was ik met mijn familie op vakantie en reed ik zonder goed op te letten een kruising van de route nationale op. Ik had geen stoplicht of stopbord gezien. Daar stond ik stil, dwars op de weg om op een gaatje in de stroom langs jakkerende auto’s van rechts te wachten. Ook van links kwamen auto’s aanstormen. Mijn vrouw begon te gillen en ik dacht: ‘Hier valt niet aan te ontkomen, nu is het afgelopen, en ik deed mijn ogen dicht. Twee seconden later reed ik op de andere baan mee in het verkeer. Alsof de auto was opgepakt en netjes in de stroom was ingevoegd.”
Het is aardig om in deze context Een Cursus in Wonderen aan te halen. Dit boek leert dat een wonder de noodzaak van tijd tot een minimum terugbrengt. In onze wereld ervaren wij tijd als horizontaal, als de periode die nodig is om een afstand te overbruggen. Maar een wonder doorbreekt dat patroon en gaat altijd gepaard met een plotselinge omslag van horizontale naar verticale tijdwaarneming. Deze omslag voert een tijdsinterval in waardoor de familie Van Stokkum verderop in de tijd kon uitkomen dan waar zij anders zouden zijn geweest.
Wonderen, ik kan er geen genoeg van krijgen. De KRO had wat mij betreft nog jarenlang door mogen gaan met het programma Wonderen bestaan uit te zenden.
Tips voor Verdieping 1. Verwacht elke dag wonderen. 2. Kijk eens op YouTube naar wat video’s over wonderen. 3. Lees iets uit het boek Een Cursus in Wonderen. 4. Onderga een wonder door van gedachten te veranderen.
Dit artikel verscheen eerder in ParaVisie