Mijn gebed

jezus3Peter Winteraeken ontleent kracht aan het gebed, dat in de loop der tijd van kindergebed is omgevormd naar zijn eigen hedendaagse versie. Laat je inspireren door zijn open en eerlijk relaas, gebaseerd op 'Een Cursus in Wonderen'.

 

Mijn ervaringen met Jezus begonnen in de kindertijd. De kinderbijbel was één van mijn favoriete boeken (naast Wipneus en Pim uiteraard). Ik kreeg de kinderbijbel al vroeg cadeau van mijn ouders. Ik kon toen nog niet lezen. Het was vooral plaatjes kijken. En ik was direct gefascineerd door het leven van Jezus.

In deze onbevreesde kindertijd leerden mijn zus en ik van onze oma uit Duitsland het volgende gebed:

Jesu Kindchen klein                        Vrij vertaald naar:         Jezus kindje klein

Mach mein Herzchen rein                                                      Maak mijn hartje rein

Laß niemand drin wohnen,                                                    Laat niemand erin wonen

als Jesus allein                                                                      Behalve U Jezus, U alleen

Dit gebedje bad ik in mijn kindertijd vaak voor het slapen gaan en was mij zeer dierbaar.

Jezus, help me

Ik ben katholiek opgevoed en was goed gelovig tot het jaar dat mijn vader plotseling stierf aan een hartaanval. Vrij vlug daarna stierven mijn beide oma’s. Ik was toen vijftien jaar en binnen een tijdbestek van nog geen negen maanden ontvielen mij drie dierbaren. Ik merkte dat ik naast verdriet ook boosheid voelde. En die boosheid richtte zich op God. Ik begon God te beschuldigen en verantwoordelijk te houden voor deze sterfgevallen. Door deze twijfels merkte ik dat mijn geloof in God en Jezus tanende was. Ik vond het niet eerlijk en ik begon Hem verwijten te maken. Het voelde alsof ik ‘ruzie met God’ kreeg. Ik nam kennelijk (wellicht al eerder) (on)bewust het volgende besluit: Indien mijn lijfelijke vader dood is dan moet dat ook maar voor jou, God - Vader in de Hemel - gelden. Ik bande God, en met Hem Jezus, uit mijn leven. Nou, dat heb ik geweten.


Langzamerhand ontstond een inktzwarte periode in mijn leven, die ik nu wel eens kenschets als ‘de donkere middeleeuwen’. Ik leefde mijn leven meer en meer in mijn eentje en wist altijd alles beter. Ik voerde regie en bevel, en verordonneerde de wereld en de mensheid hoe zich te gedragen. Wat ze natuurlijk niet deden. En al wat het me opleverde was onzekerheid, onrust, onvrede, boosheid, depressie en diepe, diepe angst. Ik vervreemde uiteindelijk totaal van mezelf. Het extraverte jonge kereltje dat onbevreesd en vrijpostig in de wereld stond, veranderde alras in een angstige jongeling.


Jij die je leven hebt doorgebracht met waarheid naar illusie en werkelijkheid naar fantasie te brengen, hebt de weg van de dromen bewandeld. Want je bent van waken overgegaan in slapen, en almaar verder in een steeds diepere slaap. Elke droom heeft tot andere dromen geleid, en iedere fantasie die licht in de duisternis leek te brengen heeft de duisternis alleen maar dieper gemaakt. Je doel was duisternis, waarin geen straaltje licht kon binnendringen. En jij zocht een zwartheid zo totaal, dat jij je voorgoed voor de waarheid in volslagen waanzin zou kunnen verbergen. (T18.lll.1:1-5)


Jezus, begeleid me

In 1996 begon de ommekeer. Ik stond voor een duidelijk splitsing in mijn leven. De weg die ik had afgelegd, leidde nergens heen behalve dieper de angst in. Ik vroeg eindelijk om hulp en werd bediend met de RET-methode. RET staat voor ‘Rationeel-Emotieve Therapie’. Het werd mij voor het eerst duidelijk dat mijn probleem ‘in het denken’ zat en nergens anders. Voor het eerst leerde ik oorzaak en gevolg onderscheiden. Het werd duidelijk dat gedachten de veroorzakers zijn van gevoelens en deze zijn weer verantwoordelijk voor gedrag. Dus de oplossing voor mijn problemen lag in het veranderen van mijn denken. Alleen, louter positief denken en/of het toepassen van affirmaties bleken niet de werkelijke oplossing te zijn die ze pretendeerden te zijn. De vraag was nu: Help, hoe nu verder?

Jezus, leid me

En weer werd ik op mijn wenken bediend. In het jaar 2000 zag ik bij een yogadocente een folder liggen met de workshop: ‘Een cursus in wonderen in Spanje, te El Bloque’. Ik was blij verrast door deze titel. Ik wist niet dat er zo’n cursus of boek bestonden, maar de titel intrigeerde me. Bovendien, ik had in die tijd behoefte aan een wonder, een echt wonder. Dus ik ging op stap, meldde me aan en voor ik het wist zat ik in een vliegtuig op weg naar Spanje. Ik ging een tijdje werken als vrijwilliger in El Bloque, een evolutionair centrum in bewustzijnsontwikkeling. Zijdelings kon ik daardoor meedoen aan de ‘Een cursus in wonderen-workshop’ van Willem Glaudemans. De Nederlandse vertaling van de Cursus was toen net uit. Hij gaf me eentje te leen gedurende het verblijf. En daar beleefde ik het eerste grote wonder waar ik versteld van stond. Tijdens een vergevingssessie over mijn moeder, onder deskundige begeleiding van Willem, kwam ik voor het eerst in aanraking met het krachtige gedachtegoed van de Cursus: het terugnemen van projecties en het innerlijke vergevingsproces. Ik begreep niets van al wat er gebeurde. Maar Willems woorden vergeet ik nooit meer: “Peter, als je thuis komt is je relatie met je moeder veranderd.” En dat bleek nog waar te zijn ook. Een afstand van ongeveer 2000 kilometer bleek geen enkel probleem te zijn voor de helende werking van vergeving: ik had mijn moeder terug. Mijn moeder was weer de moeder van voor de tijd dat mijn vader stierf: in vrede en in kracht. En dat bleef ze tot haar overlijden in 2006.

Jezus, bevrijd me

Aan het einde van de workshop vroeg Willem me wat ik van het boek vond. Ik vertelde hem dat ik nog niet de tijd had gehad om de hele Cursus te lezen (J), maar het handboek voor leraren had ik wel kunnen doornemen. Ik zei: “Ik begrijp er niets van, maar het is wel iets voor mij.” Toen schonk Willem mij het boek. En wat ben ik daar dankbaar voor! Tot slot speelden deelnemers, onder leiding van Willem, aan het einde van de workshop ‘de parabel van het blauwe boek’. Hierin werd de ‘terugkeer van de verloren zoon’ uitgebeeld. Willem had nog één speler nodig. En ja hoor, hij vroeg mij of ik ‘de rol van de verloren zoon’ wilde spelen. Het spelen van de ‘verloren zoon’ voelde echt letterlijk als thuiskomen. Dat was mijn eerste ervaring met de Cursus in Spanje. Wist ik veel dat ik ook in Nederland workshops over de Cursus kon volgen. Maar het intuïtief luisteren, signalen oppikken en daar gehoor aan geven was begonnen. En na thuiskomst begon het ‘echte (vergevings)werk’.

Jezus, heel me

Het echte vergevingswerk hield in dat ik me eerst bewust moest worden van mijn innerlijke wereld. Eén ‘vergevingszwaluw’ maakt immers nog geen Hemelse zomer. Ik wist dat ik nog veel onontdekte oordelen over mezelf, mijn medemensen en de wereld koesterde. Willem gaf me een waardevolle tip mee: ”Als je de kans hebt, Peter, ga dan werken met groepen.” Ik begreep nog niet waarom. Allengs werd me duidelijk dat ik zo snel zicht kreeg over wat ik allemaal over mezelf dacht. Ik ging me aanmelden bij de buurtvereniging, het bestuur van een zaalvoetbalvereniging, ging fietsen bij een wielerclub en voor mijn werk ging ik een ondernemingsraad begeleiden. Daarnaast volgde ik introductiebijeenkomsten over de Cursus bij Els Thissen, bij wie ik ook facilitatortrainingen volgde. Niet lang daarna begeleidde ik een eerste Attitudinal Healing-groep. Het zuiveringsproces kon beginnen.


Wanneer je gemoedstoestand je zegt dat jij verkeerd gekozen hebt, en dit is telkens het geval wanneer je niet vreugdevol bent, weet dan: dit hoeft niet zo te zijn. In al deze gevallen heb je over een broeder die God geschapen heeft verkeerd gedacht, en neem je beelden waar die jouw ego in een troebele spiegel tevoorschijn tovert. Denk eerlijk aan wat jij gedacht hebt dat God niet zou hebben gedacht, en aan wat jij niet hebt gedacht maar wat God zou willen dat jij denkt. (T4.lV.2:2-4)

Je hebt veel ideeën gemaakt die jij tussen jezelf en je Schepper hebt geplaatst, en deze overtuigingen vormen de wereld zoals jij die waarneemt. De waarheid is hier niet afwezig, maar ze is versluierd. Je kent het verschil niet tussen wat jij gemaakt hebt en wat God heeft geschapen, en daarom ken je het verschil niet tussen wat jij gemaakt hebt en wat jij hebt geschapen. (T11.Vll.4:4-6)

Bij dit zuiverings- en helingsproces kreeg ik gaandeweg in de loop der jaren een voorkeur voor klassieke muziek. Tot voordien een onontgonnen gebied voor mij. En vooral de muzikale werken van J.S. Bach bleken helend te werken:

Arie

Ich will dir mein Herze   schenken,

Ik wil U mijn hart schenken,

Senke   dich, mein Heil, hinein!

Vervul het, Heer, geheel van U

Ich   will mich in dir versenken;

Ik wil volkomen in U opgaan;

Ist   dir gleich die Welt zu klein,

En is U de wereld te klein,

Ei, so sollst du mir allein

Dan zal U voor mij alleen

Mehr   als Welt und Himmel sein.

Meer dan aarde en hemel zijn.

Matthäus Passion van Bach BWV 244

 

Jezus, genees me

Geleidelijk aan werd het me duidelijk dat het een proces zou zijn. Ik voelde van tijd tot tijd innerlijke vrede en geluk. En ook van tijd tot tijd diepe angst en wanhoop. En toch, met vallen en opstaan, kwam er ‘licht in de droom’. Ik begon het tekstboek te lezen en het werkboek te praktiseren. Er gaat sindsdien geen dag meer voorbij zonder dat ik het boek ter hand neem. Maar het echte vergevingswerk is de praktijk van alledag. Vooral op het werk heb ik vele vergevingsmomenten gekend, waarin vooral het autoriteitsprobleem om de hoek kwam kijken. Meermaals dienden zich conflicten aan op het werk, culminerend in een groots conflict met letterlijke tweespalt in de organisatie. Ik kwam er niet uit en wist zelf geen bevredigend antwoord te vinden. Totdat Koos Janson mij zei: “Peter, kijk wat je in deze situatie kunt geven.” Ik begreep zijn woorden toen nog niet. Wel werd ik me er door deze situatie op mijn werk van bewust dat ik steeds iets van iemand wilde. Ook in dit conflict wilde ik dat het stopte. En het stopte niet zolang ik me daarmee bleef bemoeien. Langzamerhand stapte ik uit het conflict en kon het laten bestaan, zonder me ermee te bemoeien en iets te willen. Ik kon de situatie accepteren zoals die was. Het conflict stopte. Het werd me echter duidelijk dat het echte conflict in mij zat. Immers, als ik de touwtjes vast in handen nam dan bleek mijn leven ‘een en al probleem’ te zijn. Ik begon los te laten en de ervaring leerde me dat problemen oplosten.
Deze ervaringen wisselden van tijd tot tijd. Soms liet ik los en was er vrede. Soms nam ik volledig regie en ervoer ik stress en angst. Hierdoor leerde ik welke richting ik werkelijk verlangde: de weg van vrede, vreugde en geluk. Er was een uitweg uit het innerlijke conflict mogelijk. Het innerlijke conflict bleek nog steeds het gevecht te zijn dat ik voerde met God (en God doet daar gelukkig niet aan mee). Nu kwam het aan op volledige genezing en overgave. Het besef diende zich aan dat zowel het conflict alsook de oplossing in mij lagen.

Als je bereid bent je problemen te zien, zul je inzien dat je geen problemen hebt. Jouw ene kernprobleem is opgelost en je hebt geen ander. Daarom moet je wel in vrede zijn. Verlossing hangt daarom af van het zien van dit ene probleem en het begrijpen dat het is opgelost. Eén probleem, één oplossing. De verlossing is volbracht. Vrijheid van conflicten is jou gegeven. Accepteer dat feit en je bent klaar je rechtmatige plaats in Gods verlossingsplan in te nemen. (WdI.80.1)

Jezus, vergeef me

Er is niets aan mij wat jij niet kunt bereiken. Ik heb niets wat niet van God afkomstig is. Het huidige verschil tussen ons is dat ik niets ánders heb. Daardoor verkeer ik in een toestand die in jou alleen potentieel aanwezig is. (T1.ll.3:10-13)

Deze woorden van Jezus blijven mij inspireren en aanmoedigen om het aangeduide potentieel te realiseren. Ook herinneren zij mij aan het kindergebedje van weleer.


Sinds 12 jaar geleden de Cursus op mijn pad is gekomen, neem ik Jezus’ woorden tot me. En deze woorden zijn helend gebleken. Toch wisselt mijn gemoedsrust van tijd tot tijd, hoewel een duidelijke bestendige lijn van innerlijke vrede zich begint aan te dienen. In de geciteerde tekst zegt hij dat zijn denkgeest volkomen één is met de Denkgeest van God: totale vereenzelviging met Liefde. En dat dit voor iedereen mogelijk is; voor jou en voor mij! Er is immers geen verschil tussen hem en ons. Het enige verschil tussen hem en ons is de verdeelde loyaliteit, die ons van tijd tot tijd (soms meer en soms minder) parten speelt: het afwisselend luisteren naar het ego en de Heilige Geest/Jezus. Jezus heeft het ego volledig doorzien en er bestaat geen verdeelde loyaliteit in hem. Daarom heeft hij louter weet van Gods gaven van vrede, vreugde en licht. Zijn gedachten zijn zo vrij als die van God Zelf.


Hoe kan ik deze volledige identificatie met liefde bereiken? Want zijn laatste zin geeft aan dat dit mogelijk is, voor ieder van ons! Zijn laatste zin is daardoor bemoedigend voor mij: hij verkeert daardoor in een toestand die in ons alleen potentieel aanwezig is. Ik kan zijn ‘staat van eenheid met liefde’ ook bereiken door mij onder zijn deskundige leiding te plaatsen. Het is aan mij om de juiste leraar – Jezus in plaats van het ego – te kiezen en met hem aan mijn zijde dit aardse klaslokaal te vervolgen. Maar hoe doe ik dat: hem kiezen als leraar, in relatie treden met hem?

Het is mogelijk zijn woorden te lezen en er baat bij te vinden zonder hem in je leven te aanvaarden. Maar hij zou jou nog wat meer kunnen helpen als jij jouw vreugde en verdriet met hem wilt delen en ze beide wilt achterlaten om Gods vrede te vinden. Maar bovenal wil hij dat jij zijn les leert, en die luidt als volgt:

Er is geen dood, want de Zoon van God is als zijn Vader. Door niets wat jij kunt doen, kan Eeuwige Liefde worden veranderd. Vergeet je dromen van zonde en schuld, en kom in plaats daarvan met mij mee om te delen in de opstanding van Gods Zoon. En breng al diegenen met je mee die Hij jou gezonden heeft om voor te zorgen, zoals ik zorg voor jou. VvT5.6:6-12

Het kindergebedje van weleer en een hedendaags liedje boden uitkomst:
Treed in relatie met mij, zegt Jezus. Breng alles bij mij wat jij niet meer wilt. Ik zal het voor je wegnemen. Pak mijn uitgestoken hand, en laat die niet meer los. En als je loslaat, ben je gewoon bang. Dan zal ik wachten totdat je weer mijn hand vastpakt. Ik ben er altijd voor jou.

 

Ik reik je m'n hand                                         Dus pak maar mijn hand
Dus grijp deze kans                                       Stel niet te veel vragen
Want ik bied graag m'n hulp aan jou              Je kunt niet als enige de wereld dragen
Ik hoop dat jij mijn handen vertrouwt              Pak nou maar mijn hand

Laat mij de weg wijzen
Het is geen probleem
Als je keer op keer jezelf wilt bewijzen
Maar je kunt het niet alleen

Songtekst Nick en Simon: Pak maar m’n hand.

Jezus, onderwijs me

Ik ben blij op te merken dat ik continu omringd ben en ben geweest met Helpers en helpers die mijn en ieders leven verrijken. En ik ben blij dat ik eindelijk opensta voor hulp, het niet meer alleen wil doen. Sterker nog: het alleen willen doen is de grote valkuil. Daarmee houd ik - bewust onbewust - de ‘afscheidingsgedachte’ levend. Het geloof in het onmogelijke ‘nietig dwaas idee’ dat voor alle lijden zorgt.
Margot Krikhaar onderwees mij hoe het is om een innige band met Jezus te onderhouden. Zo’n innige band dat ontwaken in liefde (de titel van haar eerste boek) en dus ontwaken tot God mogelijk is. Gedurende het jaar dat ik bij haar een leergang over de Cursus volgde, inspireerde zij mij – en ik denk velen van ons – door haar relatie met Jezus. Zij inspireerde mij tot het zetten van de laatste stap: naast het lezen, bestuderen en praktiseren van de Cursus (het tot me nemen van Jezus’ woorden) nu ook Jezus zelf toelaten in mijn leven. En dit toelaten bevindt zich nog in een pril stadium met... een duidelijke uitwerking!

 

Bestendig het wenden naar het licht, de vrede en vreugde in mij

Om met Jezus in relatie te kunnen treden is bereidheid en openheid bij mij nodig. Hij is altijd bereid om zijn hulp en liefdevolle leiding te geven. Het is nodig dat ik een stap opzij zet, zodat hij de weg kan wijzen. De bereidheid hem om hulp te vragen en niet langer de wens te hebben om zelf te leiden. Zonder deze hulpvraag en het zetten van een stap opzij kan hij niet behulpzaam zijn en blijft hij in de ‘wachtstand’ staan. Het is dus wennen hoe het is en hoe het voelt om geleid te worden in plaats van te leiden. Maar mijn leiden bracht lijden teweeg, en zijn leiden brengt vreugde. Wat is het wat ik werkelijk wil? Het is steeds door het ervaren van contrasten dat ik leer.

Wanneer je op het punt komt waar de splitsing van de weg heel duidelijk is, kun je niet verder gaan. Je moet de ene of de andere weg nemen. Want als je nu rechtdoor gaat, de richting die je volgde vóór je de splitsing bereikte, ga je nergens heen. Het was juist de bedoeling van het bereiken van dit punt dat je zou beslissen welke weg je nu zult inslaan. De weg die je hebt afgelegd, is niet meer van belang. Die heeft afgedaan. Een gedane keus die door de macht van de Hemel wordt ondersteund, kan niet ongedaan worden gemaakt. Jouw weg is vastgesteld. Als je dit erkent, zal er niets zijn wat jou niet zal worden verteld. (T22.lV.1:1-6,2:3-5)


Ik vroeg eindelijk Jezus om mij te helpen de verzoening voor mezelf te aanvaarden. Ik wist niet hoe. Maar de bereidheid om onderwezen te worden is aanwezig, meer hoeft niet. Jezus is aan het werk, niet ik. Ik kan rusten, uitrusten bij hem. En God, wat was ik daar aan toe. Hij neemt me stap voor stap mee en samen kijken we naar al wat ik tussen God en mezelf heb geplaatst. Ik was – zo voelde ik het - het diepste punt voorbij. Ik durfde eindelijk met hem aan mijn zijde de overtuigingen te bekijken die de oorzaak waren van al mijn ellende en die de basis vormden voor alle daaropvolgende illusies. Het bleken twee oude bekende overtuigingen te zijn, zo bekend dat ze een patroon vormden waaruit mijn hele aardse leven bestond. Deze overtuigingen waren: ‘Ik doe het niet/nooit goed’ én ‘Ik doe het goed’. Beide veroorzaken gedrag met als uitgangspunt ‘het goed willen doen’. De eerste overtuiging was mij al eerder opgevallen en duidelijk geworden. Dit was de grote veroorzaker van angst in mijn leven. De tweede overtuiging gaat subtieler te werk. ‘Ik doe het goed’ bevestigt mij dat ik een speciale persoonlijkheid ben met speciale gaven waarvoor ik speciale aandacht wens/verdien. Als ik naar mijn leven kijk met Jezus aan mijn zijde dan zijn dit de basisovertuigingen die me ‘afscheiden’ van Liefde, van God. Dit geloof zorgt ervoor dat ik letterlijk kies voor een individueel, gescheiden, speciaal bestaan. De gevolgen van dit geloof (in beide overtuigingen) zijn altijd beangstigend van aard. Ik wilde dingen goed doen omdat ik bang was voor straf. Dat was de reden dat ik altijd bang ben geweest voor conflicten en voor ‘boze mensen’. Jezus wijdde me verder in in de betekenis van de metafysica van de Cursus. Ik sta altijd in relatie met God. De relatie die ik met mensen heb, weerspiegelt mijn relatie met God. Als ik denk dat mensen boos op mij zijn, dan ben ik in werkelijkheid bang voor de boosheid/straf van God. En angst voor God ontstaat alleen als ik me schuldig voel. Schuld is het teken dat ik geloof dat ik gezondigd heb. En de zonde bestaat ten diepste uit het geloof dat ik God van zijn troon heb gestoten en dat ik op zijn troon ben gaan zitten. Ik denk te geloven dat ik de baas ben en liefde/God heb vernietigd. Maar ergens voel ik dat God niet vernietigd is en dat hij mij zal straffen voor wat ik heb gedaan. Dit geloof wordt ongedaan gemaakt door het aanvaarden van de verzoening voor mezelf. En dat betekent het einde van het denkbeeldige geloof in de afscheiding van God. Het is tevens het einde van schuld en het aanvaarden van mijn en ieders onschuld. En het einde van schuld betekent automatisch dat angst stopt en dat liefde vrij is om te stromen. De oorzaak van alle lijden is doorzien. En dit gebeurt samen met Jezus. De afscheiding heeft nooit plaatsgevonden en kan nooit plaatsvinden. Dit is het einde van alle lijden en het begin van een nieuw hoofdstuk:

Ik ben hier alleen om werkelijk behulpzaam te zijn. (T2.V-A.18:2)

 

En raak mij aan met Uw Liefde

En dit nieuwe hoofdstuk is pril en voelt veelbelovend. In mijn verbinding met Jezus ervaar ik vrede die niet als voorheen komt en gaat, maar bestendiger is dan ooit. Hoe ik zijn aanrakingen van liefde momenteel ervaar, wil ik toelichten aan de hand van een paar actuele gebeurtenissen in mijn leven.

Een vraag die ik Jezus regelmatig stel is: Hoe kan ik leren communiceren in de geest van Een cursus in wonderen? Allereerst ervaar ik een bestendige kijk op alle momenten, situaties en ontmoetingen in het leven. Ik zie - met Jezus aan mijn zijde - in alles wat zich aandient het hoogste belang. Een belang dat wij allen delen, namelijk: ontwaken in liefde, ontwaken in God.
Dit hoogste belang altijd onderkennend, leer ik met Jezus alles anders waarnemen: ik zie elk menselijk gedrag als ofwel een uiting van liefde ofwel een roep om liefde. En elke roep om liefde is een hulpvraag. Jezus leert mij om elke hulpvraag – van zowel mijn medebroeders als mezelf – automatisch en onmiddellijk bij hem te brengen voor een juiste beantwoording. Dit proces bestendigt zich door oefening en wordt een automatisme. Elke ‘boze reactie’ van een medemens - waar ik vroeger van huiverde en voor terugdeinsde (de angst voor de ingebeelde straf van God) zie ik nu als een kans. Een uitnodiging om opnieuw te kiezen: te getuigen van Gods Liefde. In plaats van het oude spel van ‘aanval en verdediging’ te spelen, waarbij het toewijzen van schuld centraal staat. Het is immers niet persoonlijk bedoeld, zoals niets persoonlijk is.

De Heilige Geest reikt door middel van het lichaam naar anderen. Jij neemt je broeders niet waar zoals de Heilige Geest dat doet, omdat jij lichamen niet louter als een middel beschouwt om denkgeesten onderling te verbinden en ze te verenigen met die van jou en mij. Deze interpretatie van het lichaam zal jou volkomen van gedachten doen veranderen over de waarde ervan. Van zichzelf heeft het er namelijk geen.
(T8.Vll.2:4-7)

Door met Jezus in relatie te zijn merk ik intuïtieve signalen op. Dit kunnen ‘innerlijke bewegingen’ zijn en ook ‘uiterlijke signalen’ waar ik normaliter geen acht op zou slaan. Als voorbeeld wil ik schetsen hoe ik dit jaar aan een nieuwe baan ben gekomen. De gelegenheid deed zich voor om over te stappen naar een andere organisatie. Ik hoefde niet weg, was ook niet op zoek, mijn oude functie voldeed in feite prima. Ik heb geleerd om Jezus bij dit soort kwesties te betrekken en vroeg hem of het passend was om te solliciteren op de vacature. Meteen nadat ik de vraag had gesteld, pakte ik een stapel papieren van mijn bureau. En het eerste wat ik zag was een kaartje met daarop een groot JA afgebeeld. Voor mij een duidelijk bevestigend antwoord. Automatisch en zonder er verder over na te denken stuurde ik een sollicitatiebrief. Wanneer ik vroeger een nieuwe baan ambieerde en zelf alles deed om een andere functie te verkrijgen, verliep dit vaak zonder resultaat. Als ik echter stop met zoeken en niet zelf regie voer, dan komt een nieuwe baan vanzelfsprekend op mijn pad, zodra dit aan de orde is. Een sollicitatieprocedure verloopt dan ook als een vanzelfsprekendheid. Het kost geen enkele moeite. Zo ook deze keer. Ik heb de nieuwe baan gekregen. Het is een baan in Roermond. Voor het eerst een baan dichtbij huis. Tijdens de sollicitatieprocedure ving ik een volgende aanwijzing op: een ANWB-bord meldde dat ‘de route via Roermond’ zou lopen. Kennelijk is daar mijn volgende klaslokaal en ik volg slechts de mij toegewezen weg.

Als het lichaam een instrument wordt dat jij aan de Heilige Geest geeft om ten behoeve van het verenigen van het Zoonschap te gebruiken, zul jij in iets fysieks niets anders zien dan wat het is. Gebruik het voor de waarheid en je zult het waarheidsgetrouw zien. (T8.Vll.4:5-6)


De vraag om te leren communiceren in de geest van de Cursus bracht mij ook in aanraking met het gedachtegoed van geweldloze communicatie. Ik werd attent gemaakt op het boek van Marshall B. Rosenberg Geweldloze communicatie. Ontwapenend, doeltreffend en verbindend. Net toen ik het boek aan het lezen was, werd een congres over ‘geweldloze communicatie’ in relatie tot ‘woorden die werken op de werkplek’ georganiseerd in… Roermond.


Naarmate jij je door de Heilige Geest laat onderwijzen hoe je het lichaam louter voor communicatiedoeleinden kunt benutten, en niet langer de bruikbaarheid ervan voor afscheiding en aanval erkent die het ego erin ziet, zul jij leren dat je in het geheel geen lichaam nodig hebt. In het heilig ogenblik zijn er geen lichamen en ervaar je alleen de aantrekkingskracht van God. (T15.lX.7:2-3)

Het congres over geweldloze communicatie werd georganiseerd door een stichting uit Roermond, die zich volledig richt op ‘geweldloze communicatie en vernieuwend denken’. Kennelijk ben ik in Roermond om te leren ‘mijn mond te roeren’, en dan wel geweldloos! JNatuurlijk gaat het bij werkelijke communicatie om de eenheidservaring van De Vader en De Zoon. Toch is het dagelijks leven het klaslokaal, waarin ik praktisch kan leren dat ik altijd in relatie sta tot God. En de vele ontmoetingen met mensen zijn een weerspiegeling van hoe ik in relatie sta tot God. Die relatie weerspiegelt ofwel angst of liefde. Als ik angstig in relatie sta dan weet ik dat ik me verbonden heb aan de valse gids van hoop, het ego. Sta ik liefdevol in relatie dan heb ik me verbonden met de ware gids van liefde, Jezus. En hij leidt me naar God.

Communicatie tussen dat wat niet verdeeld kan zijn, kan geen einde nemen. De heilige ontmoetingsplaats van de ongescheiden Vader en Zijn Zoon, is in de Heilige Geest en in jou gelegen. Elke stoornis in de communicatie die God Zelf met Zijn Zoon wil hebben is hier volstrekt onmogelijk. Ongebroken en ononderbroken stroomt de liefde doorlopend tussen de Vader en de Zoon, zoals Beiden dat willen. En zo is het. (T14.Vlll.2:12-16)


Jezus, ik vertrouw op u

De beschouwingen over mijn relatie met Jezus komen tot een einde, op papier althans. En ik kan waarlijk zeggen dat Jezus nooit uit mijn leven is weggeweest. Al die keren dat ik zijn liefde, zijn aanwezigheid, niet voelde waren gewoon die keren dat ik ‘het alleen wilde doen’. Ik wendde mij af van zijn helend licht. Hij was en is er altijd. Wachtend slechts op mijn bereidheid. Aan dat gelukkige feit kan ik niets doen of veranderen. Hij is… altijd.


En het gebedje uit mijn kindertijd? Dat heeft een hedendaags versie bereikt:

Jezus, help me

Jezus, begeleid me

Jezus, leid me

Jezus, leer me

Jezus, heel me

Jezus, genees me

Jezus, vergeef me

Jezus, onderwijs me

Bestendig het wenden naar het licht, de vrede en vreugde in mij

En raak mij aan met uw Liefde
Jezus, ik vertrouw op u

Wij waren de weg kwijt, maar Hij heeft die voor ons gevonden. Laten we Hem gaan verwelkomen die naar ons terugkeert om de verlossing en het eind te vieren van alles wat we dachten te hebben gemaakt. De morgenster van deze nieuwe dag aanschouwt een andere wereld, waar God verwelkomd wordt, en Zijn Zoon samen met Hem. Wij die Hem compleet maken, zeggen Hem dank, zoals Hij ons dankzegt. De Zoon is stil, en in de rust die God hem heeft gegeven, betreedt hij zijn huis en is eindelijk in vrede. (VvT.Nw.5:2-6)

 

jezus2

 

 

“Ik ben blij dat ik continu omringd ben met Helpers en helpers”

“Elke ‘boze reactie’ van een medemens zie ik nu als een kans”

“Ik wilde dingen goed doen omdat ik bang was voor straf”

“Het is dus wennen hoe het is om geleid te worden in plaats van te leiden”

“Het innerlijke conflict bleek nog steeds het gevecht te zijn dat ik voerde met God” 

“Het alleen willen doen is de grote valkuil”

 

http://www.peterwinteraeken.nl/

 

 

 

 

 

 

 

Top