Het geheim van het leven: dragen waardoor je gedragen wordt

goddelijk lichtWaar gaat het om in het leven? Dat kun je op allerlei manieren uitdrukken. Religies drukken dat uit door verhalen te vertellen en door te wijzen op voorbeeldfiguren. “Wil je weten wat een goede levenshouding is, kijk dan naar Sint Jozef”, zegt bijvoorbeeld paus Franciscus. In die aandacht voor Jozef zit ook een accentverschuiving in de opstelling van de kerk zelf. “Durft de kerk het idee op te offeren dat zij Gods toekomst als bezit in handen heeft?”

 

 

Het blijft een beetje aan het zicht onttrokken, maar er vindt een ingrijpende accentverschuiving plaats binnen de rooms-katholieke kerk. Paus Franciscus werd geïntroniseerd op 19 maart 2013, de feestdag van Sint Jozef. Sindsdien stelt de paus deze heilige ten voorbeeld aan de kerk en aan individuele gelovigen. Dat heeft meer betekenis dat je op het eerste gezicht zou zeggen.

Op 1 mei van dit jaar trad de nieuwe aartsbisschop van Liverpool, de dominicaan Malcom McMahon, in het pauselijk voetspoor. McMahon koos voor zijn inauguratie, de feestdag van ‘Sint Jozef de arbeider’, omdat Jozef duidelijk maakt, zo zei hij, op welke manier mensen deel zijn van Gods geschiedenis.

Franciscus sluit met zijn bijzondere devotie voor Jozef aan bij zijn inmiddels heiligverklaarde voor-voor-voor-voor-voorganger, paus Johannes XXIII. Deze riep op 19 maart 1961 Jozef uit tot de patroon van het Tweede Vaticaans Concilie dat anderhalf jaar later voor het eerst bij elkaar zou komen en waarvoor de voorbereidingen in volle gang waren. Tijdens die voorbereiding, zo schrijft Johannes in zijn apostolische brief ‘Le voci che da tutti’:

ziet, daar komt ons tegemoet, als de verschijning van de nieuwe lente, … de zachtmoedige en beminnelijke figuur van de Heilige Jozef, de verheven bruidegom van Maria; beheerst en bescheiden maar des te edeler en liefelijker.

Bij het begin van zijn pontificaat had Johannes XXIII gezegd dat het uiteindelijke geheim van alles is jezelf ‘door de Heer te laten dragen en de Heer te dragen’.

Taak van de kerk

Je door God en zijn Gezalfde hoog laten houden en zelf God en zijn Gezalfde hooghouden: dat is de taak van de kerk en al haar leden. En de goede vervulling van deze opdracht herkent zij volgens Johannes XXIII en Franciscus op een bijzondere manier in Jozef.

Onder de pontificaten van Johannes Paulus II en van Benedictus XVI lag de nadruk veel meer op Maria. Hoewel dat volgens mij niet noodzakelijk is – mijn beeld van Maria is heel anders – betekende dit feitelijk dat de kerk, zich spiegelend in haar, zich vooral profileerde als een in zichzelf heilige ruimte. Zoals de heilige Geest Maria vruchtbaar maakte, zo maakt deze Geest de kerk vruchtbaar. Het is vervolgens de taak van de kerk om haar goddelijke vrucht aan de wereld uit te delen.

Jozef staat in deze beeldvorming aan de kant van de wereld. Hij ontvangt op mysterieuze wijze Gods aanwezigheid in het kind waarvan hij niet de vader is, niet de oorsprong of oorzaak. Hij krijgt dit kind van buiten. En van dit kind wordt hem verkondigd dat het het licht is voor alle volkeren en de glorie van Gods volk Israël (Lucas 2, 32).

Anders dan Maria tijdens haar zwangerschap, draagt hij het niet in zichzelf, maar hij draagt er wel verantwoordelijkheid voor. Het is zijn taak het kind te dragen, het naar vermogen te beschermen en hoog te houden. Hij moet ermee vluchten, bijvoorbeeld, om het te redden van de dood die koning Herodus het kind wil aandoen (Matteüs 2,13-15). Een kind dat op hoe tegendraadse wijze ook koning is, is in al zijn kwetsbaarheid bedreigend voor degenen die koning willen zijn en blijven.

Macht uit handen

Maar dit bedreigt tevens de macht en het aanzien van Jozef. Wat er verder ook nog over de maagdelijke geboorte kan worden gezegd, het berooft Jozef in ieder geval van het symbool van zijn mannelijkheid bij uitstek: zijn vruchtbaarheid. Hij schept geen toekomst door nageslacht te verwekken, hij krijgt toekomst door van Godswege nageslacht te ontvangen en zich daarvan in dienst te stellen, kome wat komt.

Dit verhaal begint bijbels gesproken met Abraham, die in zijn ouderdom op wonderbaarlijke wijze uiteindelijk het kind krijgt dat de verbinding is met de hem beloofde toekomst: “Ik zal uw nakomelingen talrijk maken als de sterren aan de hemel” (Genesis 26,4).

Misschien is het nu de tijd dat de kerk, in de lijn van Abraham, het idee dat zij Gods toekomst als bezit in handen heeft, opoffert. Dan pas kan zij de toekomst met God echt als waarachtige, genadige gave ontvangen. Abraham kreeg, toen hij bereid was Isaac uit handen te geven, zijn kind terug als vrij mens dat in zijn vrijheid door de engel van God beschermd wordt: “Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets” (Genesis 22,12).

Misschien is dit wat Jozef de rooms-katholieke kerk aan het leren is: “Ziet, daar komt ons tegemoet, als de verschijning van de nieuwe lente, … de zachtmoedige en beminnelijke figuur van de Heilige Jozef.”

De volledige hemel

Dragen waardoor je gedragen wordt: de paradox die Jozef de rooms-katholieke kerk aan het leren is, is op een heel andere manier geformuleerd door de Joodse Etty Hillesum (1914-1943); in januari werd haar honderdste geboortedag herdacht. Wat zij schreef heeft, sinds de integrale publicatie van haar geschriften in de jaren tachtig, een enorme weerklank gevonden. Het gaat er om, zegt ze, ervoor te zorgen ‘dat ondanks alles toch God bij ons in veilige handen is’.

Etty Hillesum is hiermee niet uit op een spiritualiteit van de maakbaarheid. Dat zou helemaal niet kunnen, want haar leven was de maakbaarheid voorbij. Het ging er nu juist om ontvankelijkheid met zich mee te dragen. Terwijl de voorbereiding van de deportatie van de Nederlandse Joden in volle gang was en hun wereld steeds meer werd ingeperkt, noteert zij: ‘… overal bordjes, die wegen de vrije natuur in voor Joden versperd hielden. Maar boven dat éne stuk weg dat ons blijft, is ook de volledige hemel.’ Is dit niet wat wij te leren hebben?

Top