Religie is niet slechts een leuke privékwestie tussen jou en een god. Ze moet uitmonden in actie.
Ervaren of praktiseren we compassie?
“Ze is niet alleen een gevoel, je praktiseert haar. Het woord ‘compassie’ heeft Latijnse wortels, com passio, en betekent meevoelen met de ander. Ze vereist empathie. De oude gulden regel, in alle grote geloofstradities een plicht, hangt ermee samen. Die luidt: behandel de ander niet, zoals je zelf niet behandeld wilt worden. De Chinese Confucius was in de zesde eeuw voor Christus een van de eerste die verkondigde dat je de gulden regel niet enkel zo nu en dan moest naleven, maar de hele dag door. Iedere dag weer. Je verplaatst je dus continue in de positie van de ander. Als jij het onprettig vindt om afgesnauwd te worden, dan snauw je zelf ook niet.”
De een gaat dat van nature makkelijker dan de ander.
“Compassie is bij iedereen aangeboren. Het zorgt ervoor dat een moeder iedere nacht weer opstaat voor haar huilende baby, hoe uitgeput ze ook is. Compassie doet ons overleven. Maar de mens is ook een egocentrisch wezen. We zetten onszelf graag op de eerste plaats. Deze zelfzuchtigheid kan onvriendelijkheid en onrechtvaardigheid voeden. Daarom moet je de impuls voor compassie cultiveren, zodat deze inslijt in je persoonlijkheid. Vergelijk het met oefeningen in de sportschool die je doet om je lichaam in vorm te houden.”
Maar niet iedereen zal door oefening even compassievol worden.
“Elk mens kan ermee worstelen juist omdat we ook zelfzuchtige en competitieve wezens zijn. Het hangt er dus vanaf hoe zorgvuldig en hoe vaak je je compassievol gedraagt. We blijven oefenen.”