Superfoods: supergezond of slimme marketingtruc?
Steeds vaker wordt voedsel dat zo doodgewoon lijkt, gepresenteerd als ‘superfood’. Dat ‘superfood’ zou u superslank maken, uw huid strak houden of uw libido opkrikken. Allemaal onzin of zit er een kern van waarheid in?
Een bekende superfood is broccoli. De groene groente heeft de bijnaam te danken aan het feit dat deze stofjes bevat die kanker lijken tegen te gaan. Maar niet alleen broccoli is ‘super’. Ook tomaten (goed voor het hart) en rode druiven (goed voor het cholesterol) worden als ‘superfood’ bestempeld.
Dat ze gezonde stofjes bevatten, staat buiten kijf. Maar verdienen ze op basis daarvan het stempel ‘superfood’? Fred Brouns vindt van niet. “Alle groente en fruit is super,” zo stelt de hoogleraar Health Food Innovation aan de Universiteit Maastricht. “De term ‘superfood’ is dan ook pure marketing.”
Chocolade Maar niet alleen fruit en groente wordt aangeduid als ‘superfood’. Ook ander voedsel, zoals pure chocolade en rode wijn, valt die eer ten beurt. En wanneer fabrikanten of andere belanghebbenden gevraagd wordt die claim te onderschrijven, halen ze de wetenschap erbij. Er zijn namelijk nogal wat onderzoeken die aantonen dat cacaobonen en rode druiven inderdaad stofjes bevatten die goed zijn voor een mens. “Chocolade is inderdaad een ‘superfood’ als je kijkt naar cacao en dus werkelijk pure chocolade. Dan heeft het meetbare positieve effecten op de gezondheid. Maar alle lichtere varianten hebben dat effect niet.” Bovendien kan het geen kwaad om ons te realiseren dat chocolade ook negatieve effecten heeft. “Er zitten veel calorieën in.” Voor de positieve effecten die rode wijn op de gezondheid zou hebben, geldt ongeveer hetzelfde. “Wijn zou goed zijn voor het cholesterolniveau. Maar dan moet je wel meerdere liters per dag drinken en dan krijg je weer problemen met je lever.”
Superieur Het grootste bezwaar tegen termen als ‘superfood’ en ‘superfruit’ is misschien nog wel dat de termen suggereren dat het als ‘superfood’ bestempelde voedsel superieur is ten opzichte van ‘gewoon’ voedsel. De term stimuleert mensen dan ook om meer van dit ‘superfood’ te nuttigen en dat gaat ten koste van de diversiteit van ons dieet. “Broccoli is gezond. Maar betekent dat dat je het elke dag moet eten? Nee!” merkt Brouns op.
Diversiteit Want broccoli – en andere superfoods – mogen dan gezonde stofjes bevatten, ze kunnen nooit in alle voedingsstoffen die we nodig hebben, voorzien. Een gezond dieet bestaat dan ook niet uit veel ‘superfoods’, maar uit gevarieerde voedingsmiddelen. “Als je gewoon verse groente en fruit eet en daarbij voldoende varieert, krijg je voldoende van die gezonde stofjes binnen en hoef je de hoge prijzen die voor ‘superfood’ gerekend worden, echt niet te betalen. Dat is dan gewoon weggegooid geld.”
Dat de term ‘superfood’ nog altijd op grote schaal gebruikt wordt, lijken we vooral te danken te hebben aan marketeers. “Fabrikanten willen niets liever dan verkopen.” En de term ‘superfood’ helpt daarbij. Tenminste: dat lijken marketeers te denken. Begin dit jaar toonde een onderzoekje onder 1000 Nederlanders aan dat slechts één op de tien Nederlanders het noodzakelijk vindt om naast ‘gewoon’ voedsel ook ‘superfoods’ te eten. En daarmee lijkt deze marketingtruc – terecht – op sterven na dood.