Waarom hebben we eigenlijk seks?
Geslachtsgemeenschap. Het klinkt heel vertrouwd, maar eigenlijk blijft het bizar hoe dit systeem werkt. Waarom klonen we onszelf niet, dat is toch makkelijker? En waarom zijn er mannen én vrouwen? Vijf vragen en antwoorden over seks. Draait evolutie om het voortbestaan van een soort?
Nee. In 1979 publiceerde entomoloog Jonathan Waage een bijzonder paper over het mannelijk orgaan van waterjuffers. Het schijnt dat waterjuffers een minuscule penis hebben met een piepklein schepje. Hiermee lepelt de man de vagina van het vrouwtje leeg, waardoor sperma van vorige partners wordt verwijderd. Het is een achterhaald idee dat evolutie draait om het behoud van de soort. Evolutie is egoïstisch. Alles draait erom hoe goed een plant of beest erin slaagt zijn of haar genen over te dragen naar de volgende generatie. Een waterjuffer met een schepje op zijn penis heeft hierdoor een evolutionair voordeel.
Hoe verschillend zijn geslachtsdelen? Er is enorm veel verschil tussen geslachtsdelen. Er is geen lichaamsdeel wat sneller evolueert als de genitaliën. Kijk maar naar de verschillen tussen chimpansees en mensen. De vagina van een chimpansee, onze nauwste verwante, heeft geen kleine schaamlippen, een grote clitoris en bevat een speciaal weefsel waardoor de vagina tijdens de vruchtbare periode opzwelt en naar voren schuift. Hierdoor wordt de vagina 50 procent dieper. In vergelijking met een gemiddelde man heeft een chimpansee een dunne, spitse penis met een penisbot (baculum) erin. Een chimpanseepenis heeft geen eikel, geen voorhuid, allerlei kleine stekeltjes aan de zijkant en maar één zwellichaam. Kortom, er is heel veel diversiteit.
Zijn seks en voorplanting hetzelfde? Nee, in de natuur zijn er voorbeelden van seks zonder voorplanting en voortplanting zonder seks. Zo zijn er bacteriën die hun vingervormige uitsteeksels (pili) gebruiken om stukjes DNA van andere bacteriën te pikken. Dit kan gezien worden als seks. Ze struinen immers hun omgeving af op zoek naar bruikbare stukjes DNA om zo hun eigen levensstandaard te verbeteren. De bacteriën embedden sommige stukjes DNA in hun eigen chromosomen, maar niet om voort te planten. Aan de andere kant zijn er ook veel organismen die zich voortplanten zonder seks, zoals wandelende takken, sommige parasitaire wespen en kleine waterdiertjes. Dit komt omdat ze geheel uit vrouwtjes bestaan en zich dus voortplanten door kloondochters te baren. Zij zijn identiek aan henzelf.
Waarom klonen we onszelf niet? Biologisch gezien heeft klonen veel voordelen. Neem wandelende takken. Zij creëren genetische kopieën van zichzelf. Er zijn geen mannetjes nodig. Klonen is vier keer efficiënter dan seksuele voortplanting, omdat de genen niet gedeeld worden met een mannetje en omdat al je kinderen kunnen baren (i.p.v. alleen de vrouwen). Aangezien seks overal in de natuur voorkomt, betekent dit dat seks evolutionair gezien ‘slimmer’ is dan klonen. Dat klopt. Wetenschappers vermoeden dat seksuele voortplanting is ontstaan als een manier om parasieten te slim af te zijn, oftewel om je DNA te ontdoen van schadelijke mutaties. Stel, wij kunnen onszelf klonen, dan lopen er op een gegeven moment miljoenen kopieën rond. Al deze kopieën hebben dezelfde zwakke plek. Een virus hoeft zich dus niet aan te passen om veel slachtoffers te eisen. Je kunt het vergelijken met een wachtwoord. Als je overal hetzelfde wachtwoord gebruikt, kan een hacker overal binnenkomen als hij één account kraakt. Maar wanneer je continu andere wachtwoorden gebruikt, kan het voorkomen dat je een keer gehackt wordt, maar dan geldt dit niet voor alle accounts.
Waarom zijn er mannen en vrouwen? Het is best wel bijzonder dat er mannen en vrouwen bestaan, ook al staan we daar misschien niet altijd bij stil. Het zou makkelijk zijn als er alleen vrouwen bestonden. Dan kon iedereen met iedereen paren. Het vinden van een seksuele partner zou twee keer zo makkelijk zijn. Wetenschappers denken dat er mannen en vrouwen bestaan dankzij organellen. Dit zijn kleine micro-orgaantjes in cellen, die belangrijke taken uitvoeren. Wanneer we allemaal vrouwen zouden zijn en geslachtsgemeenschap hebben, dan worden de organellen van beide geslachtscellen samengevoegd. De organellen moeten dan strijden om een plekje. De evolutie bevoordeelt het type dat beter in staat is zijn rivalen te concurreren, dus organellen worden – bij voortdurende evolutie – steeds gemener tegen elkaar. Dit vergt meer grondstoffen en energie van de cel. Misschien gaan de organellen wel giftige stoffen produceren om hun rivalen te lijf te gaan? Seksuele voorplanting is gelukkig een vredelievend proces. Eén type (het mannetje) produceert kleine geslachtscellen met vrijwel geen organellen, terwijl het vrouwtje grote geslachtscellen aanmaakt met veel organellen. Aangezien de organellen niet gemixt worden, maar het DNA wel, ontstaat er het beste van beide werelden!