Omgaan met emoties, een ervaringsverslag.
Conny Coppen deelt haar emoties en gevoelens in een turbulente tijd.
Ken je dat? Als jou iets is aangedaan voor jouw idee, dat je dan zo graag wilt dat de ander het begrijpt?! Dat je jouw gevoel wilt delen, maar dat het in wezen nergens toe lijdt?
Ken jij ook die neiging om in klaagzangen te belanden van waaruit je dan vergeet om de dingen in perspectief te zetten. Of de neiging om de ander de ene brief na de andere te schijven om uit te leggen wat hij/zij je heeft aangedaan?
Klaagzangen en drama helpen in wezen niet, in tegendeel. Dat weet jij vast ook al lang en wie er wel eens in beland is, heeft het vast ook wel ervaren.
Het haalt je naar beneden. Onbedoeld wordt je een soort varken wat zich wentelt in de modder.
Wat ik me laatst afvroeg, is wat het nou is, die behoefte aan drama.
Ikzelf ervaar het als een enorm verlangen om het meest eenzame te kunnen delen. En wel, omdat het niet te dragen is. De pijn is te diep, de teleurstelling, het verraad, de rouw, het verdriet, de ontluistering en/of woede zijn te groot.
En dan wil je dat iemand (en liefst degene van wie je houdt, of ‘de dader’) het begrijpt.
“Je moet me begrijpen! Luister nou! Waarom snap je dat niet?! Waarom doe je mij dit aan? Waarom help je me niet?! klootzak, ik deel alles met je, je ziet hoe het me kapot maakt en je blijft gaan voor dat egoïstische idee dat je alleen maar jezelf hebt als het er op aan komt en dat je als mens toch vooral voor jezelf moet zorgen. Je ziet niet hoe je mij in de steek laat, telkens als je weer geen tijd hebt voor mij en wel tijd voor je vriendin en voor je vrijwilligerswerk enz. Alles is belangrijker voor jou dan ik. Enz. enz. ….. AUWWWW…. Is dat wat jij liefde noemt?!! GRRRR….”
En zo gaat het diepe verlangen om te kunnen delen, over in verwijten.
Het resultaat is dat je geliefde niet lief meer is voor jou en jij niet lief voor hem. Dit is een Universele logica die het ego niet wil zien. Het ego vecht en wil gelijk krijgen. Het wil gezien worden en zo wordt het als maar groter….
Gevolg is dat de ander voelt dat hij zich moet wapenen tegen al die pijn en die overweldigende emoties die zijn kant op komen. Hij doet misschien of zijn manier wel enorm zijn best, en het lijkt wel alsof jij hem steeds een schuldgevoel wil aanpraten. Dit leidt tot een verdere verwijdering i.p.v. tot begrip!
Hij voelt zich misschien wel ongelukkig. Mogelijk wil hij jou helemaal geen pijn doen en schrikt hij ook wel van hetgeen zijn gedrag teweeg brengt.
Misschien doet hij op zijn manier echt wel zijn best, maar het is vruchteloos omdat hij in jou als maar die (gemaskeerde) woede en die (ingeslikte) verwijten ontmoet.
En zo beland je beiden in je eigen strategieën van overleven. Dat voelt machteloos. Het voedt het negatieve. Het lost uiteindelijk meestal niets op.
Met wie kan ik dan werkelijk delen hoe ik me voel?
Het meest eenzame is meteen ook het meest koude, verlatene zwart. In wezen wil niemand daarin delen, want het is een uiterst onaangename energie waarin je kan verdwijnen. Een soort gevaarlijk moeras. Als je geluk hebt, heb je goede vrienden om je heen. Mogelijk dragen zij je er door heen. Maar ze hebben ook grenzen. Het is belangrijk dat de balans niet verstoort en dat je hen niet mee trekt in jouw ‘moeras’. Je zal een kracht moeten aanboren, die onafhankelijk is van je vrienden en onafhankelijk van degene die jou ‘iets aan deed’.
Waar en hoe vind ik die kracht?!
Er zijn dingen die we als mens niet met anderen kunnen delen. Dat is belangrijk om te beseffen en te aanvaarden.
Het diepste lijden is eigenlijk altijd een eenzaam lijden. Het vraagt hierom dat we dit delen met God. En God is in ons diepste innerlijk. Het is de Liefde die Ik Ben, die in mij is, onder al die emoties waarvan ik mij wil verlossen.
Ikzelf, met mijn menselijke, kleine ik – mijn ego - maak onderdeel uit van het lijden. Ik kan mij er niet van verlossen.
Maar er is hoop:
Die ondraaglijke gevoelens kunnen wél oplossen. Ze kunnen oplossen in de grenzeloze liefde van hetgeen er onder alles ligt en wie/wat we God noemen.
En als ik het zo schrijf, dan is het een concept wat misschien mooi klinkt of zweverig ver buiten bereik. En toch is het zo.
Ik weet het al en niet alleen vanuit een gelovige opvoeding en vanuit alle mooie boeken die ik heb gelezen. Ik heb het al vaak ervaren: in de Journey opleiding, met het helende reis werk., in het werken met mensen in de praktijk en in het doorleven van mijn eigen eenzaamheid en wanhoop. Ik weet het heel lang al en van ergens heel diep. Maar om het te leven als het er op aan komt… om deze pijn te dragen, fysiek en emotioneel… ik denk evengoed steeds dat ik het niet kan.
En nu ik dit schrijf denk ik weer aan wat ik zo vaak tegen anderen heb gezegd: “Als je denkt: “Ik kan het niet”, dan klopt dat. Het ik – het kleine menselijke ik – kan het niet. Het vraagt overgave aan iets groters, het Grotere, Universele Ik oftewel God. De God waar je onderdeel van bent, of met andere woorden: de Liefde die aan alles ten grondslag ligt, daar waar je terecht komt als je voorbij het oordeel en voorbij de polariteit weer terug valt in de beleving van eenheid. Het vraagt niet van je dat je je over geeft aan een religieuze macht en dat je in die zin ‘gelovig’ wordt. Als het je helpt, is het goed, maar het hoeft niet. Er zijn vele wegen naar Rome en ook vele wegen naar God.
“Leg het/ jezelf in Gods hand”, dus. Geef je over. Vertrouw je toe, midden in je angst, met je ongeloof, met alles, al die menselijke gevoelens, al dat drama wat je geneigd bent te creëren. Drama is ego. Het lost niks op. Het houdt in stand wat er is en maakt het erger. “
“Aanvaard wat er NU is. Kijk het aan. Adem en ontspan”, zeggen de Boeddhisten. “Ga er naar toe en geef het een glimlach”, zeggen de Taoïsten.
“leg het in Gods hand, in Jezus naam”, zeggen de Christenen.
Met alle drie ben ik bekend.
Een nieuwe dag
Deze inzichten schreef ik thuis in mijn bed in de zon, in afsluiting van het meest pijnlijke en dramatische jaar van mijn leven. Dit besefte was helend. Het is een even grote waarheid als de overheersende waarheid van de pijn:
“Ik leef. Ik ben. Ook al is mijn rug gebroken, mijn leven ‘gebroken’. De vogels fluiten. Ik adem. Het is alleen maar de oude vorm.
Er is een nieuwe dag. Er is nieuw leven. Altijd. Ook voor mij, ook voor jou!
Mijn ik, mijn ego was diep gekwetst. Ik – mijn ego-ik – maakte hele verhalen, wilde iedereen overtuigen van.. vocht. Ik was boos en er was in mij heel veel weerstand en dus heel veel lijden. Tenslotte kon ik niet meer. Ik was uitgeput, gebroken. Er was niets meer wat ik kon doen, anders dan me over geven aan de Liefde die Ik ten diepste Ben en die ten grondslag ligt aan alles.
Ik vermoed dat het precies daarom gaat, dat we ons overgeven aan het niet weten, het niet ‘zelf’ kunnen, het niet alleen kunnen. En misschien – wie weet – blijft dat ene over wat ik altijd heb gepredikt, maar nooit via deze diepe weg van pijn ervaren heb: liefde. En voor de Liefde is niets onmogelijk.
Conny Coppen