Minder oordelen over mensen en gebeurtenissen

kleuren hart5Oordelen is makkelijk. Maar het maakt je leven niet leuker en jou geen fijner persoon om mee om te gaan. Dus laten we ermee stoppen - in dit artikel vind je tips.

“I feel like when people judge me they’re not judging me, because they don’t know who I am.” Gisele Bündchen

Je doet jezelf tekort

Als je overal een oordeel over hebt dan maak je je wereld onnodig klein. Dat – en je wordt zelf een ongezellig persoon om mee op te trekken.

Vaak denken we dat we beter kunnen stoppen met oordelen voor anderen. Voornamelijk omdat onze oordelen vaak gericht zijn op andere mensen. Maar het is precies andersom.

Stoppen met oordelen is als een geschenk voor jezelf. Het maakt je leven moeitelozer, leuker en lichter. Je gunt het jezelf om het leven simpelweg over je heen te laten komen, zonder er continu iets van te vinden.

En dat leeft een stuk lekkerder.

Tips om minder te oordelen

Hieronder vind je tips en inzichten om stap voor stap minder te oordelen, zodat je kunt beginnen met oefenen. Minder oordelen is niet moeilijk – maar het vereist wel een beetje zelfkennis en zelfobservatie.

  1. Besef dat mensen vooral oordelen omdat ze zelf onzeker zijn. Door de oordelen haal je een ander naar beneden, waardoor jij je even iets beter voelt over jezelf. Hoe beter jij je over jezelf voelt, des te minder je de drang voelt om mensen in hokjes te stoppen. Heb je vaak de neiging om te oordelen? Onderzoek dan eens of je zelfvertrouwen misschien een boost nodig heeft.
  2. Door te oordelen maak je je wereld kleiner. Je zet ergens direct een vakje omheen, waardoor je blind wordt voor wat er daadwerkelijk te ervaren is. Zo loop je mogelijk veel ervaring, inspiratie en inzichten mis.
  3. Je oordelen maken je saai. Je trekt al je ervaringen door een filter in je hoofd van ‘hoe de wereld zou moeten zijn’. Je veroordeelt dingen die anders zijn dan je gewend bent. En hiermee sluit je jezelf af voor groei en ontwikkeling. Daardoor blijft alles hetzelfde en krijgt je leven veel minder kleur.
  4. Besef dat een mening verschillend is van een oordeel. Je oordeelt als je zegt ”dat soort mensen zijn achterlijk”. Je deelt een mening als je zegt ”ik vind dat soort mensen achterlijk”. Het lijkt een subtiel verschil, maar het is een belangrijk verschil. In de eerste situatie claim je je uitspraak als waarheid, alsof het simpelweg de realiteit is. In de tweede situatie kan er een gesprek ontstaan over waarom jij dit vindt. Je beseft hier dat het jouw mening is, en dat dit dus niet de uiteindelijke realiteit is.
  5. Maar je hoeft niet overal een mening over te hebben. Je kunt het leven meer over je heen laten komen en de wereld simpelweg observeren zonder jezelf continu af te vragen wat je ervan vindt. Geen mening hebben is prima – het brengt een gevoel van kalmte, acceptatie en tevredenheid.
  6. Gun anderen hun reis. Het is frustrerend om te zien hoe anderen hun leven minder ‘slim/goed/verstandig’ inrichten dan jij. Maar hierin schuilt ook het impliciete oordeel dat jouw manier de beste manier is. En dat is meestal lastig te aan te tonen. Als anderen willen leven zoals ze leven, wie ben jij dan om daar over de oordelen? Ieder mens bewandelt zijn eigen pad en leert zijn eigen lessen. Dat jij iets al hebt geleerd wil niet zeggen dat een ander geen recht meer heeft op die levensles.
  7. Leven zonder oordelen is lekker kalmerend. Het is een geschenk aan jezelf. Je gaat door je dag heen zonder je af te zetten tegen dat wat is. En dat geeft veel rust.
  8. Minder oordelen maakt je een fijner mens. Weinig dingen zijn zo irritant als mensen die meteen hun oordeel klaar hebben. Bij zulke mensen durf je minder jezelf te zijn en zul je je niet snel kwetsbaar opstellen. En dat vermindert je vermogen om een goede relatie op te bouwen. Als je minder oordeelt worden je relaties leuker, rustiger en dieper.
  9. Je kunt écht een luisterend oor zijn. Als je minder oordeelt kun je er écht zijn voor mensen. Ik vind het leuk om geen krimp te geven als mensen me dingen vertellen waar ze door anderen op veroordeeld worden. Als mensen tegen me praten doe ik mijn best ze niet te veroordelen, en dat is leuker dan je denkt. Ik probeer me niet af te vragen wat ik ervan vind, maar ik probeer te begrijpen waarom de ander zo anders denkt dan ik.
  10. Je hoeft niet apatisch te worden. Natuurlijk zijn er nog zaken waar je wél over oordeelt. Het idee is niet om nooit meer iets te veroordelen – het idee is minder te oordelen over mensen en alledaagse gebeurtenissen. Als een voorbijganger plotseling je hond een schop geeft dan kan ik me voorstellen dat je die persoon in het hokje ‘klootzak’ stopt.
  11. Maar dat hokje kan ook tijdelijk zijn. Want uiteindelijk doet niemand iets slechts, gezien zijn of haar beeld van de wereld. Iemand zegt iets naars tegen je omdat hij denkt dat dat beter is om één of andere reden. Met die reden ben jij het uiteraard niet eens – maar dat neemt niet weg dat je kunt proberen te begrijpen waarom een ander zo handelt. Zo kun je neutraler tegen die persoon aan kijken, waarmee je jezelf veel stress bespaart.
  12. De meeste oordelen zijn niet nodig. Het zijn de kleine oordelen die je gedurende je dag uitspreekt. De dagelijkse dingen en mensen die je irritant, lelijk, stom en storend vindt. Als je ze wegneemt zal de kwaliteit van je leven stijgen, niet afnemen.
  13. Je kent nooit het hele verhaal. Je ziet altijd maar een heel klein stukje van iemands leven. Ga ervan uit dat jij hetzelfde zou handelen als je in de ander zijn schoenen zou staan. Met een andere opvoeding, jeugd, ervaringen, gedachten en tegenslagen ga je je nu eenmaal anders gedragen.
  14. En hoe zit het met positieve oordelen? Die zijn natuurlijk veel minder problematisch. Maar vergeet niet dat ze nog steeds van dezelfde plek komen. Iets voldoet aan jouw interne verwachtingen, en daarom beoordeel je het als positief. Dat is niet goed of slecht – maar het is wel dezelfde gedachtegang. Ze veroorzaken minder stress, maar je kunt proberen positieve oordelen te vervangen voor dankbaarheid.
  15. Uiteindelijk kun je overal dankbaar voor zijn. Of het in ieder geval proberen. Dankbaar dat je lelijke dingen ziet, dankbaar dat je iets moois meemaakt. Simpelweg dankbaar voor de ervaringen, dingen en mensen in je leven. Of ze zich nou wenselijk of onwenselijk gedragen volgens jouw verwachtingen.
  16. Niet oordelen gaat over het loslaten van verwachtingen. Als je niet rondloopt met honderden kleine en grote verwachtingen over van alles en nog wat, dan kun je het ook niet oneens zijn met de uitkomst. Je kunt je er wel dankbaar voor voelen natuurlijk.
  17. Probeer kleine stapjes. Je kunt niet ineens stoppen met oordelen. Maar je kunt wel proberen je gedachten vaker te observeren, en te onderzoeken waar je oordelen vandaan komen. Maak er een spelletje van met je partner of een vriend(in), en wijs elkaar op oordelen die je uitspreekt. Het levert interessante gesprekken op over je dieper gelegen overtuigingen, en het maakt je steeds scherper op je eigen gedachten – waardoor je ze langzaam kunt opschonen.

Laat je oordelen los en maak je leven leuker en lichter. Wil je meer lezen over het loslaten van oordelen?

Top