Indrukwekkende nieuwsbrief van Judith Knip
Het is december en dan kijk ik graag in de achteruitkijkspiegel. Wat hebben we meegemaakt het afgelopen jaar, wat heeft me geraakt? Eigenlijk was er iedere dag wel iets, maar drie zaken wil ik graag met jullie delen:
Ik ben in gesprek met iemand en ze vraagt me heel serieus: Waarom hebben jullie nou eigenlijk gekozen voor de Vrije School? Deze vraag krijg ik vaker en enthousiast begin ik te vertellen, mijn gesprekspartner ziet iemand voorbij lopen in het lunch café waar we zitten, zwaait enthousiast, humt een beetje Ja, ja tegen me, kijkt weer naar buiten, iets heeft haar aandacht getrokken, ze kijkt op haar horloge en na een paar minuten hoor ik : Sorry, ik moet gaan.
En dat was het precies wat zo’n onuitwisbare indruk maakte: waar was de echte, oprechte aandacht? Hoe vaak zijn we niet afgeleid tijdens een gesprek? Zijn we al bezig met de volgende klus die we moeten klaren en hebben we het antwoord nauwelijks gehoord. We denken wellicht dat de ander niet door heeft dat we niet aanwezig of geïnteresseerd zijn, maar reken maar dat die boodschap bewust of onbewust altijd overkomt. En dat is zonde van ieders tijd.
Volle aandacht is bijzonder, het creëert magie tussen mensen. De meeste mensen maken zich vooral druk om hun eigen leven. Logisch ook, het leven is een indrukwekkende ervaring die alle aandacht verdient. Vaak wanneer je luistert naar een gesprek tussen twee mensen dan ontdek je dat deze mensen niet naar elkaar luisteren. Er worden twee losse verhalen verteld, het zijn twee personen in gesprek met zichzelf.
Mensen willen het gevoel hebben dat ze belangrijk zijn. Dat ze ertoe doen. Dat ze waardevol zijn. Dat wil jij, dat wilde ik vroeger, dat wil ik nu en dat geldt ook voor de groenteboer om de hoek. Iedereen wil meetellen.
Om die reden is het logisch dat we zo geïnteresseerd zijn in ons eigen leven. Maar als ieder mens vooral met zichzelf bezig is, wie vervult dan die behoefte naar erkenning bij de ander? Precies, de mensen die andere mensen volle aandacht geven. Onze favoriete vrienden, vriendinnen, tantes, maar wie zegt dat deze waardevolle eigenschap alleen is voorbehouden aan deze mensen?
Iedereen kan mensen volle aandacht geven. Het is niet moeilijk en het is de moeite waard. Dat is het mooie aan nieuwsgierigheid: het is niet alleen onverslaanbaar, maar ook bijzonder aanstekelijk. Dan zijn er altijd pareltjes aan tafel met onze kinderen en met de kinderen waren we voor mogen zorgen. Vragen over het leven; grappige, moeilijke en allerlei momenten die ze met ons delen. Op een avond zegt één van onze (zorg)kinderen : Ken je dat van die gasten die altijd vrienden hebben en vriendinnetjes, snap ik niks van. Waarop Tristan antwoordt: Je bedoelt eigenlijk gasten die van zichzelf houden en dat doe jij niet, daarom werkt het zo. Pijnlijke stilte. Ben jij dan verliefd op jezelf?Nee, maar als je niet van jezelf houdt, hoe kun je dan van een ander houden? Kijk: het begint bij weten wie je bent, jij hebt het veel te druk met al je maskers, behalve hier, dan ben je jezelf.
Ik was best getroffen door die discussie, niet alleen door de pijn die voelbaar was, maar er schoten direct twee gedachtes door mijn hoofd: ieder individu probeert tegemoet te komen aan zijn basisbehoeftes en talenten, om zo een leven te leiden dat passend voor hem of haar is. Maar wat als je basisbehoeften vaak niet vervuld kunnen worden, zodat je maskers gaat opzetten om gezien te worden, zoals deze jongere die we onder onze hoede mogen nemen.
De andere gedachte was: hoe oud was ik toen ik van mezelf hield? Ik denk dat ik als kind nog wel dacht dat eigenliefde alleen maar mogelijk is indien of nadat er eerst iets gebeurd is, zoals : ik houd van mezelf als mijn ouders van me houden. Ik had niet echt het idee dat houden van mezelf iets was wat ik zelf kon bepalen, daar kwam ik pas later achter.
Ik vroeg het weer eens aan vrienden en bekenden en het blijkt dat best veel mensen het raar vinden om te zeggen dat ze van zichzelf houden. Iedereen denkt direct dat hij of zij een narcist is, maar als je de innerlijke criticus vervangt door een goede vriend dan ben je al een heel stuk op weg naar zelfcompassie en houden van jezelf. Dan mag je best een keer zeggen dat je leven zwaar is, wetende dat we steeds weer door een ontwikkeling gaan in ons leven om te ontdekken wie we zijn. Als je dan het vermogen hebt om jezelf lief te hebben dan beïnvloedt dat ook in hoeverre jezelf door anderen laat liefhebben. Als je het gevoel hebt dat je het waard bent dan hoef je niet je best te doen om bij anderen in de smaak te vallen. Je hoeft geen rol te spelen om liefde te ontvangen, je laat liefde gewoon toe, je bent dan ook een goede ontvanger. Je kunt dan vertrouwen op liefde.
De hele discussie stemde mij en de persoon in kwestie uiteindelijk heel blij, want weer eens blijkt het dat liefde en dus ook eigenliefde een genezend effect heeft, omdat het de fundamentele problemen van gescheidenheid oplost en ook de fundamentele angst dat je liefde niet waard bent wegneemt.
Liefde geneest mensen, zowel degenen die liefde geven als degenen die liefde ontvangen.
En dan iets wat iedere kerstmis speelt. In 2002 kreeg ik via een oud-collega Els de Temmerman, ze had haar journalisten bestaan opgegeven en was is 2000 in Oeganda een centrum voor kindsoldaten begonnen, de kans om een van deze kindsoldaten te interviewen. Om privacy redenen zal ik hem Amadou noemen. Amadou was in 1987 terecht gekomen in het Lord's Resistance Army (LRA) onder leiding van Joseph Kony, een rebellengroep die in het verleden gedurende vele jaren kinderen in Oeganda ontvoerde en gebruikte als moordmachines en seksslaven. Als deze kinderen niet meewerkte werden ze op gruwelijke wijze vermoord, verkracht en verminkt. Ik heb met eigen ogen gezien hoe voormalig kindsoldaten en ook hun ouders gesneden en getekend zijn voor het leven. Veel van hen zijn nog steeds bang om iets te vertellen over de oorlog en gruwelijkheden door schaamte, afwijzing, minachting of vrees voor represailles.
Amadou was voor zijn leeftijd, 10 jaar, een grote jongen, door alles wat hij had meegemaakt leek het alsof ik met een volwassen persoon zat te praten. Maar zijn blik sprak boekdelen. Nog nooit heb ik zo veel verdriet in iemands ogen gezien. Zijn ouders, 2 broers en 1 zus waren voor zijn ogen afgeslacht en vermoord en hij moest van Kony zijn oma vermoorden. Dat heeft hij uiteindelijk niet gedaan, maar werd daardoor het slaafje en speeltje van één van de rebellenleiders en het was vast geëindigd met zijn dood, als hij niet had kunnen vluchten. Met heel veel geluk en hulp was hij in het centrum van Els beland. Els vond hem slim en had de indruk dat er veel meer in zat dan zij hem kon bieden en wilde ook meer professionele ondersteuning voor zijn trauma. Els ging op zoek en belde zich suf, uiteindelijk kon hij met Els mee naar Brussel, omdat hij in aanmerking kwam voor een AMA project, dat wil zeggen een project voor niet begeleide minderjarige asielzoekers. Zo kwam hij terecht in het Klein Kasteeltje (het grootste asielzoekerscentrum van België) in Brussel. Dagen was ik stil van het interview, hij had mijn hart gestolen met zijn ogen. Ik ging hem regelmatig opzoeken en in 2003 wilde het lot dat ik een conferentie over vluchtelingenbeleid mocht organiseren omdat België voorzitter was van de Europese Unie en de werkplek hiervoor zou het Klein Kasteeltje worden. Amadou was 17 en het vluchtelingenbeleid was en is onverminderd krom. Alle niet begeleide minderjarigen van Oeganda zouden gerepatrieerd worden op 18- jarige leeftijd. (Vredesonderhandelingen begonnen pas echt in 2006 in Oeganda, de regio is nog steeds instabiel en Kony opereert vandaag de dag vanuit Congo en zat bij de laatste vredesonderhandelingen in 2016 mee aan tafel, hoezo krom???)
Amadou had zich in België snel de Franse taal eigen gemaakt, studeerde aan het gymnasium, werkte bij de Delhaize als vakkenvuller, was een gezellige en behulpzame jongen in de groep, werkte hard om zijn trauma een plek te geven en was vooral heel bescheiden en dankbaar. Heel vaak zei hij tegen me: Judith ik ben een moordenaar, je weet nog maar half wat ik gedaan heb en toch is iedereen hier goed voor mij. Het moest zo zijn dat ik overleefde, ik ga het goed maken, ik ga terug naar mijn land en mensen leren dat liefde belangrijk is dan haat, ik ga kinderen lesgeven en zorgen dat we dit vreselijke trauma te boven komen.
Toen de brief binnenkwam in 2003 dat hij terug moest, ging het helemaal bergaf. Hij was bang, zo bang als een vogeltje voor een kat. Hij wilde ook nog niet terug, hij wilde eerst studeren aan de universiteit en dan teruggaan. Hij wist nog niet naar wie hij moest teruggaan, zijn hele familie was immers vermoord. Els wilde hem opvangen, maar in haar centrum kon hij niet gaan studeren.
Amadou liep binnen op mijn kantoor, ging erop zitten en keek me aan met zijn treurige ogen:
Ik ga weg, ik ga eerst mijn studie afmaken, ik kan niet afwachten totdat ze me komen halen en terugbrengen naar mijn land, ik ben er nog niet klaar voor. We namen afscheid en dat is het laatste wat ik ooit van hem gehoord of gezien heb.
Iedere dag stuur ik hem een lichtje vanuit mijn hart, iedere dag hoop ik dat hij erin geslaagd is dat licht te brengen naar zijn eigen land, dat er licht en liefde op zijn pad is gekomen. Met alle mogelijkheden van sociale media en opsporingstechniek van nu hebben we nog steeds geen spoor van Amadou. Maar ik blijf hopen, want met kerstmis vieren we dat hij het Licht bracht in donkere dagen.
Omdat wij zijn ( Gabriël Smit)
Op dit grote lege vel wit papier
een enkele letter zijn, een vlugge
kleine krulstreep, bijvoorbeeld
een e, - en plotseling een onmetelijk
veld van ongeweten mogelijkheden,
gegevens tussen hemel en hel,
of soms eenvoudig niet meer
dan alleen maar: en..., met een
kleine, bedeesde leegte erachter
of een tot de uiterste verten
voldragen slotwoord: ik ben.
Een enkele letter, alsof een even
in de hoge nacht aangestipte ster
naar alle kanten vonken schiet,
een nieuwe Melkweg wordt geboren,
een heelal van nooit geleefde
woorden, een borst vol vonken
of onverhoeds dichte, langzaam
dalende sneeuw van zwevend
ongeschonden licht, waarin
alle dingen aandachtig tot zichzelf
komen en zeggen: wij zijn.
Een enkele letter, - overal verten
ongekend, want ook hetzelfde
is altijd anders, als mensen
zijn, anders gesproken, verzwegen,
gegild, gefluisterd, gespuwd, gekust,
maar ongemerkt als de bladeren
aan een boom, niet te onderscheiden,
schaduw van gevaar, maar vol
even trillende, dichte oogleden
over een ritselend binnenlicht,
een geheimzinnige geborgenheid
voor kleine vogels en voor alles
wat voorzichtig zegt: ik mag zijn.
Een enkele letter: en niet weten
door wie geschreven, maar wel
weten hoe een grote hand
iets begonnen is dat een woord
moet worden, dat geboren wordt
naar een nog ongeweten, wijde
verte van levend spreken waarin
alles opengaat naar samen,
waar het woord terzelfder tijd
zijn enige, eigen antwoord krijgt:
je bent, omdat wij zijn.
We wensen jullie een aandachtig en liefdevol kerstfeest en 2018.
Judith Knip.