India heeft een manier gevonden om Monsanto te weren
India weigert de Amerikaanse landbouwreus Monsanto nog langer hoge royalties te betalen voor zijn katoenzaad. Monsanto dreigt nu de markt te verlaten.
Vorige maand besloot India de royalties die lokale bedrijven voor de genetisch gemodificeerde katoenzaden van Monsanto betalen met 70 procent te verlagen. Het land negeert dreigementen van de grootste zadenproducent ter wereld om zich terug te trekken uit India.
Indiase boerenbedrijven klaagden dat Monsanto te hoge licentierechten zou vragen aan katoenproducenten die de zaden van Monsanto gebruiken. De Indiase overheid liet de zaak onderzoeken en besloot de royalties flink te verlagen.
Einde aan hebzucht
Monsanto dreigde zich volledig terug te trekken uit India als de regering de prijsverlaging zou doorvoeren. In 2002 werden genetisch gemodificeerde katoenzaden van Monsanto geïntroduceerd in India. Het land groeide uit tot de grootste producent van katoen ter wereld. In India heeft Monsanto 90 procent van de katoenmarkt in handen.
“Het is nu aan Monsanto om te beslissen of ze de nieuwe prijs accepteren of niet,” liet het Indiase ministerie van Landbouw weten. “Er moet een einde komen aan de hebzucht.”
Uitzichtloze situatie
Zo’n zeven miljoen Indiase katoenboeren maken gebruik van de zaden van Monsanto. Verleid door slimme verkooppraatjes besloten veel boeren dure zaden en pesticiden bij Monsanto af te nemen. Velen van hen bevinden zich in een uitzichtloze situatie.
Ze willen een betere katoenproductie om het hoofd boven water te houden, steken zich daarom in de schulden door de zaden en bestrijdingsmiddelen van Monsanto te kopen, komen niet meer uit de schulden omdat de prijs niet in verhouding is tot de opbrengst en plegen uiteindelijk zelfmoord.
[Tijd]