Eben Alexander: "Ik heb het bewijs dat de hemel bestaat!"

de hemelDr. Eben Alexander, een Amerikaanse neurochirurg, beweert dat hij het bewijs kan leveren dat de hemel wel degelijk bestaat.

 

Hij is de auteur van het boek 'Proof of Heaven: A Neurosurgeon’s Journey into the Afterlife',  waarin hij verklaart een bijna-dood ervaring te hebben meegemaakt terwijl zijn lichaam in de coma lag. De fantasie die uit zijn brein sproot grenst aan het ongelooflijke. Zo zat hij op de vleugel van een vlinder terwijl hij de oogverblindende duisternis exploreerde. Een bloedmooie vrouw gidste hem langs pluizige, roze wolken en transparante, glinsterende wezens. Hij zag hun vreugdevolle gezang en hoorde hun schoonheid. Ondertussen sprak hij met de wind via lichtflitsen van liefde, et cetera, et cetera.

Het meest vreemde is, dat hij niet alleen is die geloof hecht aan zijn eigen hallucinatoire droom- en verbeeldingswereld: duizenden steunen hem. Weet ook, dat er in de Verenigde Staten 8 miljoen mensen verblijven, waarvan elk van hen beweerde zo'n bijna-dood ervaring te hebben meegemaakt.

Doch, negen kansen op tien, was Eben Alexander het zoveelste slachtoffer van een zuurstoftekort in de hersenen. Lees eens een degelijk boek over hoe ons brein werkt, en je zult begrijpen hoe de hersenen ons kunnen bedotten, vooral als ze beginnen te malfunctioneren...

Oké..., jij bent misschien je hersenen niet, noch je lichaam, doch dit betekent nog altijd niet dat je jezelf toelaat om in jouw eigen fantasiewereld en hersenspinsels te laten verdwalen.

In elk geval... In het najaar van 2008 lag de bewuste neurochirurg een week in coma. Escherichia coli bacteriën waren doorgedrongen tot zijn hersenvocht. Uit scans zou blijken dat zijn neocortex – “het hersendeel dat gedachten en emoties regelt en ons tot mens maakt” – volledig inactief was. Zijn lichaam reageerde nergens meer op. “Helemaal offline”, aldus de doctor die het neurologisch systeem al vijfentwintig jaar bestudeert en doceert aan Harvard Medical School. Dat zijn neocortex helemaal niet meer functioneerde, bestrijdt volgens hem de aanname dat zijn waarnemingen vervormd werden. “Er is geen wetenschappelijke verklaring voor een levend bewustzijn terwijl het lichaam in coma ligt.”

In 'Newsweek' beschrijft Alexander een universum waarin alles met alles verbonden is. Een universum met meerdere realiteiten; met dimensies, die er verschillende natuurwetten op nahouden. En daarboven een Goddelijke Eenheid die onvoorwaardelijk van ons houdt. In de Hemel zouden onbegrijpelijke dingen als puzzelstukjes in elkaar vallen en kunnen we zaken in een flits begrijpen waar we normaal mensenjaren voor nodig hebben.

Ergens vindt Alexander daarvoor ondersteuning in de wetenschap. “De moderne natuurkunde vertelt ons dat het universum een eenheid is, dat het onverdeeld is. Hoewel we lijken te leven in een wereld van scheiding en verschil, leert de natuurkunde dat alle objecten en gebeurtenissen onder de oppervlakte met elkaar verweven zijn. Er is geen echte scheiding. Voor mijn ervaring waren dit abstracties voor mij. Nu zijn ze realiteit. Niet alleen is het universum gedefinieerd door eenheid. Het is ook – zo weet ik nu – gedefinieerd door liefde.”

Eben Alexander heeft zich, na zijn coma, plechtig voorgenomen iedereen ervan te overtuigen dat we “meer, veel meer zijn dan onze fysieke hersenen”.

Kerkbezoek ervaart hij sinds zijn wederkering veel intenser. “De kleuren van de glas-in-loodramen herinneren aan de heldere schoonheid van de landschappen die ik boven heb gezien. De diepe bastonen van het orgel doen me denken aan hoe gedachten en emoties hierboven als golven door je heen gaan.” Een schilderij waarop Jezus het brood verdeelt onder zijn leerlingen raakte hem nog het meest. “Dat gaat terug tot de kern van mijn reis: de ervaring dat we geliefd en onvoorwaardelijk aanvaard worden door een God die nog grootser en nog onpeilbaar heerlijker is dan degene waarover ik had geleerd op de zondagsschool.”

Gelukkig hoeven we niet in coma te raken om bij leven een retourtje Hemel te nemen. In het boek 'Hallucinaties', uitgegeven door De Bezige Bij, schrijft de Britse hoogleraar neurologie Oliver Sacks over zijn ervaringen met allerlei geestverruimende middelen. Vooral de eerste kennismaking is bijzonder, zelfs als het om een joint gaat. “Toen ik naar mijn hand keek, leek die mijn hele gezichtsveld te vullen”, schrijft Sacks daarover. “Hij werd steeds groter, en bewoog zich tegelijkertijd bij me vandaan. Uiteindelijk was het net of ik een hand zag die zich over het hele universum uitstrekte, lichtjaren groot. Hij zag er nog steeds uit als een levende, menselijke hand, maar toch leek deze kosmische hand om de een of andere reden ook de hand van God. Mijn eerste ervaring met wiet was een mengeling van het neurologische en het goddelijke.”   Aanrader is de zogeheten drietrapsraket, aldus Sacks. Amfetamine om de geest te prikkelen, lsd om de hallucinogene intensiteit te versterken en een beetje cannabis voor wat extra delirium. Vervolgens loop je naar een witte muur en roep je wat je wil zien. Sacks koos voor indigo, een kleur die zich in het lichtspectrum ophoudt tussen blauw en violet en maar weinig mensen kunnen onderscheiden. “Ik wil nu – nu – indigo zien”, zei Sacks tegen de muur. “En toen verscheen op de muur, alsof er opeens een complete bus verf tegenaan was gesmeten, een enorme, trillende, peervormige vlek van het zuiverste indigo, stralend en indrukwekkend. Ik was helemaal in de ban van deze zinderende kleur, de kleur van de hemel.”

Sacks is al decennia geleden gestopt met drugsgebruik, maar als hij nu weer jong zou zijn, had hij ongetwijfeld hallucinerende paddenstoelen geprobeerd. Minder gedoe en redelijk snel effect. Bomen die aan de wandel gaan, muren die als een doek gaan wapperen, stoelen die moppen gaan tappen – paddo’s beïnvloeden de zintuiglijke waarneming op een manier die je niet voor mogelijk houdt. En ook negatief kunnen uitpakken, zoals aanhoudende depressies of het idee dat je vanaf je balkon als een mus kunt wegfladderen. In zijn boek wijst Sacks bovendien op de kracht van drugs om innerlijke behoeften en conflicten te versterken. Nadat hij gestopt was met bewustzijnsveranderende drugs meldde hij zich bij de psychiater.   'De Hemel' van Eben Alexander lijkt veel op die van Oliver Sacks. Beide neurowetenschappers beschrijven prachtige, onaardse verschijningen. Ongetwijfeld zuigt de gelovige Alexander zijn ervaringen niet uit zijn duim. Maar hij zal moeten opboksen tegen de ervaringen van drugsgebruikers - want, zoals bij alle bijna-dood ervaringen, is ook zijn verhaal niet te controleren. Zolang Eben Alexander niet met écht bewijs afkomt, zal de ongelovige mens zijn bijna-dood ervaring afdoen als een hallucinatie.

Bron: Steven de Jong (1981) - columnist voor nrc.nl

 

 

Top