Er moet me toch iets van het hart…
Een kattenverhaaltje in drie delen. Nieuwsbrief Lilian Ferru
Wil je deze nieuwsbrief rechtstreeks ontvangen? Schrijf je dan in op de voorpagina van deze website
Lieve Jij,
Op deze zondagavond een verhaaltje in drie delen en hoe we iets van katten kunnen leren.
Deel 1: afscheiding
Ik ervaar aan de levende lijve wat een lockdown doet. Niet dat ik opgesloten zit, of nergens naar toe ga. Het gaat over onze kittens. Ons katertje Baghwan is nu negen maanden. Het poesje Lisa, zeven maanden. Een kat is in een jaar volgroeid. In mensenwaarde is Baghwan dus een jonge man en Lisa een puber. De hormonen spelen in ons huis hoog op. Baghwan is geslachtsrijp en Lisa de eerste keer krols. Het is de hele dag een gemiauw en gejammer. Wat natuurlijk voor ons allemaal uitputtend is. Nou goed, laat ik alleen voor mezelf spreken.
Het plan is dat er één keer een nestje komt, maar dan moet Lisa het liefst iets ouder zijn. Hoe gaan we dat aanpakken? ‘Je kunt ze het beste apart zetten’, luidde het antwoord toen ik advies inwon. Dat klinkt makkelijker gezegd dan gedaan. Toevallig woon ik niet in een kasteel. Een aantal dagen geleden zag ik hoe Baghwan op Lisa sprong. Bij katten grijpt het mannetje met een beet het vrouwtje in de nek. Dat ziet er best ruig uit. Lisa wilde er toen nog niets van weten en Baghwan doet ook maar wat. Hij wil wel, is groot en sterk, maar heeft geen idee waar hij moet zijn. Als je snapt wat ik bedoel. Dan, niet veel later is Lisa anders. Nu wil ze wel. Miauw, miauw…
Het verlangen om te paren is een sterke drijfveer, daar is geen houden aan. Ik besluit dat het tijd is om ze inderdaad apart te zetten. Ook ben ik niet van plan om een hitsig mannetje, of een opgewonden vrouwtje, vrij in de tuin te laten rennen. Onze tuin is nog niet volledig catproof. Ze zijn snel en weten precies de kwetsbare plekjes. Ik neem geen enkel risico. Opeens is alles anders. Waar ze voorheen achter elkaar aan renden en samen speelden, is er nu afstand. Even niet bij elkaar en áls, dan onder mijn strikte toezicht. Ze missen elkaar. Ik kan het duidelijk zien. Ze weten zich ook geen raad met de veranderingen. Om de beurt laat ik de een in de kamer, dan weer in de keuken met toegang tot het buitenhok. Ik knuffel, aai, stel gerust, laat ieder even in de tuin, maar ben extra alert. Om vijf uur is het al donker en ik heb weinig zin om steeds maar met een zaklantaarn alle struiken af te zoeken. Ze luisteren ook minder goed. Daarom is het voorlopig toch vooral binnen blijven.
‘Help’, roep ik tot de Grote Kattengeest. ‘Wat wilt U dat ik doe?’ Het doordringende gejammer is na een tijdje niet meer om aan te horen. Bij de dierenarts haal ik een kalmeringsmiddel op natuurlijke basis. Eindelijk hebben ze weer hun gebruikelijke middagdutje. En toch is er iets anders. Ze zien er ongelukkig en verdrietig uit.
Ik streel Baghwan, fluiter lieve woordjes in zijn oor: ‘Dit is maar voor even. Je doet het heel goed. Jij bent mijn stoere mannetje’. Lisa slaapt in de woonkamer. Voor deze ene keer laat ik de deur naar de gang open, zodat ze toegang heeft tot onze slaapkamer. Dan is ze misschien minder eenzaam. Die nacht word ik geregeld wakker van scherpe nageltjes in mijn nek en een kat die zich in mijn haren nestelt. Van slapen komt niet veel, wel gezellig. Op de achtergrond hoor ik Baghwan schreeuwen. Puf. Voor mijn doen sta ik heel vroeg op.
Deel 2 treurig verlangen
Vanmiddag liet ik Lisa even in de tuin, terwijl Baghwan in het buitenhok was. Ze wilden naar elkaar toe, strekten hun pootjes door het traliehek heen. Dat deed wat met me. Ik dacht: zo voelen velen zich. De ouderen in zorgtehuizen, die geen contact met hun kinderen en kleinkinderen hebben en achter glas naar elkaar zwaaien. Alle schrijnende situaties van mensen die geen sociaal leven meer hebben. En al die jongeren die niet meer samen mogen komen, terwijl ook bij hun de hormonen door het lijf gieren. We doen het zogenaamd voor de kwetsbare groep in de samenleving. We doen het om elkaar te beschermen. ‘Blijf gezond’. Wat een gruwel, je bént al gezond! En o ja, we doen het voor de IC bedden, wat ook maar een kreet in de lucht is als je de officiële cijfers bekijkt.
Ondertussen sterven mensen alleen, is er huidhonger, geen aanraking, kus, omhelzing en neemt de digitalisering een vlucht met Zoom meetings, lezingen, en zogenaamde bijeenkomsten. Wat een schamel alternatief. Hou toch op. Dit heeft niets meer met het menszijn te maken. Het is pure geestelijke armoede. De waarheid is dat niemand kwetsbaar is, tenzij hij of zij dat van zichzelf gelooft. Het is dit geloof dat maakt dat het zo is. Alles wat je gelooft wordt waar. Dat is de macht die ons is gegeven. Sorry voor het sprongetje, maar als er werkelijk een gevaar buiten mij bestond, was ik al duizend keer dood geweest. Ik knuffel nog steeds iedereen. Ook mijn bejaarde moeder, die dan helemaal opfleurt omdat ze de zorgverleners met mondkapjes ondertussen wel beu is. Eindelijk een normaal gezicht, waar je een glimlach kunt zien. Even een omhelzing, een normale begroeting. Wie in het licht staat kan niets gebeuren. Op een diep niveau weten we het allemaal.
Dit alles ging door mij heen toen ik Baghwan en Lisa met een treurig verlangen naar elkaar zag uitreiken. Dit is nu een paar dagen gaande, met het vooruitzicht om deze poezen- lockdown heel snel op te heffen. Ik heb gezien wat een paar dagen afzondering met mijn kittens doet. Hoe verdrietig ze kijken en dan worden ze ook nog eens extra vertroetelt. Dan te bedenken dat dit, in kwadraat, vanaf maart al speelt voor de mensheid. Het wordt alleen maar gekker en ongeloofwaardiger. Wanneer houdt het op?
Deel 3: nooit meer lockdown
Ik was klaar met deze nieuwsbrief. Als ik naar bed wil gaan, glipt Lisa door het kiertje van de deur de woonkamer in. Nog voor ik met mijn ogen kan knipperen, springt Baghwan er vol bovenop. Als ik hem er nu vanaf haal, zal hij zich harder vastgrijpen en Lisa pijn doen. Met een zucht laat ik het los. Lisa is er klaar voor. De Grote Kattengeest heeft kennelijk andere plannen. Ik ga er naast zitten. Baghwan is nog een tijdje zoekende, terwijl Lisa verlangend haar lijfje omhoog duwt. Dan gebeurt het. Met een diep gebrom en een oerkreet is het na een minuut gedaan. Lisa rolt extatisch over de grond. Wat was dat? Tot grote vreugde van Baghwan kan ze er geen genoeg van krijgen. In de tussenpozen likt hij haar hoofdje. Hij is zo lief en attent.
Ondertussen is het half drie in de ochtend. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Wie weet ben ik nu getuige van de bevruchting van nieuwe kittens. Ik wens ze een romantische nacht. De dag erna gaat het feest gewoon door. Nu, op dit ogenblik, liggen ze uitgeput samen op de bank. Ze zijn veranderd, ze stralen iets anders uit. Lisa is minder etherisch, ze is geland. Baghwan is aanhankelijker. Het is in elk geval weer rustig.
Wat heb ik hier weer veel van geleerd. Allereerst wat afzondering met een levend wezen doet. En ook dat we niets in de hand hebben. Ik kan nog zoveel plannen, het loopt anders. Zo gaat het met de hele wereld. Een regering kan wel proberen van alles te bepalen, maar het licht in de mens is niet te doven. Je kunt wel willen dat iedereen afstand houdt, mondkapjes draagt, maar het vuur is niet te stoppen. Wij mensen zullen altijd een manier vinden om te leven vanuit het hart.
Laten we daarom de liefde niet verloochenen. Als de Grote Kattengeest zich wil uitbreiden, via Baghwan en Lisa, dan zal dat gebeuren, ongeacht wat ik ervan vind. Als de Bron, of God zo je wilt, jou als vrij heeft geschapen, kan niemand jou tot slaaf reduceren. Dat kun je alleen maar zelf doen, door jezelf als zwak te zien. Katten luisteren wel, maar gehoorzamen niet. Ze behouden hun eigen natuur, terwijl zoveel mensen zichzelf weggeven. Dat druist tegen alles in. We hoeven alleen maar naar katten te kijken om te zien hoe het moet. Ook al is er een baasje, zijn er regels in huis, ze doen toch waar ze zelf zin in hebben. Dat maakt hun gelukkig. Als ik ingrijp worden ze ongelukkig, dat wil ik helemaal niet. Ik wil het liefst dat iedereen in totale vreugde is. Katten zijn eigenwijs, laten we dan ook onze eigen wijsheid gebruiken. Laten we in godsnaam leven!
Dit moest mij even van het hart. Ik hou van jou, zegen jou, als het grote licht dat jij bent. Heb vertrouwen, ben moedig, en houd moed. Of zoals ik steeds tegen Baghwan en Lisa zeg: ‘Alles komt goed. Nooit meer lockdown.’
Liefs, Lilian